Het gen dat onze hersenontwikkeling regelt, hebben we mogelijk niet van onszelf.
De moderne mens heeft een gen, dat de ontwikkeling van de hersenen bevordert, mogelijk van de Neandertalers geërfd. Dat schrijven onderzoekers van het Howard Hughes Medical Institute deze week in de Proceedings of the National Academy of Sciences.
Het zou betekenen dat onze voorouders toch seks met Neandertalers hebben gehad. Tot voor kort beschouwden de meeste wetenschappers dat als onwaarschijnlijk, of beter gezegd onvoorstelbaar.
Het gaat om het microcefaline-gen (MCPH1) dat een nog onopgehelderde rol speelt bij de hersenontwikkeling. Mutaties in dit gen kunnen leiden tot microcefalie, een aandoening waarbij de hersenen veel te klein zijn. Vast staat echter dat een bepaalde variant van dit gen (het zogeheten D-allel) een zeker evolutionair voordeel geeft. Inmiddels bezit ongeveer zeventig procent van de mensheid dat D-allel.
Uit statistische analyse van mutaties in het gen concluderen de onderzoekers nu dat het D-allel zo’n 37.000 jaar geleden is opgedoken in de menselijke genenpool. Eerdere versies van het gen zaten daar toen al ruim een miljoen jaar in.
37.000 jaar geleden waren de Neandertalers nog net niet uitgestorven. Opvallend is ook dat het D-allel in Europa veel algemener is dan in Afrika, waar voor zover bekend geen Neandertalers leefden.
Voorlopig is er geen sprake van enig bewijs voor Neandertalergenen in ons bloed. Maar de onderzoekers gaan wel kijken of ze ook allelen van andere genen kunnen vinden die ‘toevallig’ een jaar of 37.000 oud zijn.
bron: Reuters
Nog geen opmerkingen