Er bestaat een duidelijk verband tussen de melkconsumptie in een land en het aantal Nobelprijswinnaars dat het voortbrengt. Dat stellen onderzoekers van het Gloucester Royal Hospital in het tijdschrift Practical Neurology.

Sarah Linthwaite en Geraint Fuller reageren daarmee op een publicatie die vorig jaar verscheen in het New England Journal of Medicine, waarin hetzelfde werd beweerd over chocoladeconsumptie. Dat zou dan wellicht aan de flavonoïden in de chocola liggen.

Ze stellen dat het geen toeval kan zijn dat Zweden, waar per jaar 340 kg melk per persoon wordt gedronken, het recordaantal van 33 Nobelprijswinnaars per 10 miljoen inwoners heeft voortgebracht. Zwitsers slaan 300 kg per jaar achterover en komen uit op 32 per 10 miljoen. En de Chinezen, die vrijwel geen melk drinken, winnen tot nu toe dus ook nauwelijks Nobelprijzen.

Dat er ook slechts een handvol Finse Nobelprijswinnaars zijn terwijl ze daar nog meer melk drinken als in Zweden, wordt door de onderzoekers afgedaan als een ‘ceiling effect’. Voor Nederland en Griekenland geldt trouwens ongeveer hetzelfde.

De onderzoekers tekenen er bij aan dat het wellicht komt door de vitamine D in de melk. Ze raden ambitieuze wetenschappers aan om vooral meer warme chocolademelk te drinken.

Uiteraard is de kans klein dat ze het echt menen. Westerse volkeren drinken meer melk dan Chinezen omdat ze het beter verdragen, dankzij een afwijkende genetische aanleg. En Chinezen wonnen in het verleden vooral heel weinig Nobelprijzen omdat niemand in Stockholm hun in het Chinees geschreven publicaties kon lezen.

De auteurs, waarvan er een in de redactie van het blad zit, tekenen er dan ook bij aan dat het stuk ‘internally peer reviewed’ is, dus door henzelf. Wat zullen ze gelachen hebben.

 

bron: British Medical Journal

Onderwerpen