De nieuwste antivirale middelen werken door het RNA-replicatiemechanisme in zijn achteruit te zetten. Met behulp van magnetische pincetten heeft een internationaal gezelschap onder leiding van de Delftse hoogleraar Nynke Dekker dat vastgesteld, valt te lezen in Cell Reports.
Ze hebben het dan over analogen van ribonucleotides: chemisch gemodificeerde RNA-bouwstenen die de replicatie van RNA-virussen verstoren. Het principe is telkens dat RNA-afhankelijke RNa-polymerase-enzymen (RdRp), die het erfelijke materiaal van het virus kopiëren, deze analogen aanzien voor normale bouwstenen en ze als zodanig inbouwen in de kopie.
Maar wat er daarna precies gebeurt, hangt van het type analoog af. De bekendste variant, ribavirine, schept verwarring door chemisch op twee verschillende RNA-basen te passen. Een andere, cordycepin, accepteert geen volgende bouwsteen zodat het kopieerproces voortijdig wordt afgebroken. En van weer andere is het effect volkomen onduidelijk, behalve dan dát ze iets verpesten.
Aan het Delftse Kavli-instituut voor nanowetenschappen is nu een proefopzet bedacht die wat meer duidelijkheid schept. Het werkt met twee grotendeels complementaire RNA-strengen. De een leg je aan het onderste uiteinde vast op een oppervlak; het bovenste uiteinde voorzie je van een ferromagnetisch kraaltje zodat je in een magnetisch veld de streng kunt oprekken.
De tweede streng leg je tegen de eerste zodat je een dubbele spiraal krijgt, maar je laat het bovenste uiteinde vrij als aanhechtingspunt voor een RdRp-enzym. Als dat aan het kopiëren slaat, trekt het beide strengen van elkaar los. Daardoor raakt de eerste streng steeds meer van zijn spiraalvorm kwijt en lijkt dus langer te worden, en dát uit zich in een meetbare verplaatsing van het kraaltje bovenaan.
Nynke Dekker werkt al vele jaren met zulke magnetische pincetten. In het begin was het er altijd maar een tegelijk. Maar twee jaar geleden presenteerde ze een meetcel waarin honderden RNA-strengen tegelijk kunnen worden opgerekt en blootgesteld aan een combinatie van RdRp, authentieke bouwstenen en medicijnen. Het gemiddelde van het gedrag van al die strengen geeft een veel betrouwbaarder beeld dan wanneer je maar naar één streng tegelijk kijkt.
Met deze proefopzet is nu een experimenteel antiviraal middel genaamd T-1106 uitgetest. T-1106 lijkt sterk op het bekendere faviparivir (T-705); beide middelen werken tegen een groot aantal virussen maar over het mechanisme verschilden tot nu toe de meningen.
De metingen doen vermoeden dat er iets gebeurt dat niet eerder is waargenomen. Je ziet dat het kopieerproces telkens een tijdlang stokt en vervolgens weer op gang komt. Tijdens de pauzes lijkt het RNA korter te worden. Dat doet vermoeden dat RdRp niet verder kan zodra het T-1106 heeft ingebouwd, en dat het dan terug gaat lopen langs de keten.
De publicatie vermeldt niet wat er daarna gebeurt, maar T-1106 zal wel op de een of andere manier worden verwijderd zodat RdRp een nieuwe poging kan wagen.
Vast staat dat de hele manoeuvre voldoende tijd kost om de replicatie van het virus serieus af te remmen, zonder hem te stoppen. Dat strookt weer met de praktijkervaringen met faviparivir tegen bijvoorbeeld ebola: het werkt niet spectaculair goed maar wel een beetje, vooral als de infectie nog in een beginstadium zit.
Het onderzoek laat nog een hoop vragen open maar geeft in elk geval aan in welke richting je de antwoorden moet zoeken. Met name het antwoord op de vraag hoe je zo’n middel effectiever maakt.
bron: TU Delft, Cell Reports
Nog geen opmerkingen