Een recent opgedoken zakdoek met ‘bloed van Lodewijk XVI’ is hoogstwaarschijnlijk nep. Net als het ‘hoofd van Hendrik IV’, meldt de Leuvense DNA-expert Jean-Jacques Cassiman in het European Journal of Human Genetics.

Cassiman maakte eerder naam met een DNA-onderzoek dat bewees dat de ‘Lodewijk XVII’, die in Delft begraven ligt, niet de echte is.

De relieken doken enkele jaren geleden op. Het textiel zou een van de vele zakdoeken zijn die volgens de overlevering in het bloed van de zojuist geguillotineerde Lodewijk XVI werden gedoopt. Het hoofd zou zijn buitgemaakt door revolutionairen die de tombes leeghaalden van een aantal Franse koningen in de basiliek van Saint-Denis.

Spaanse en Franse onderzoekers rapporteerden eerder dat het DNA matchte met dat van het Franse koningshuis. Maar Cassiman heeft nu laten zien dat het bijna niet kan kloppen.

Om te beginnen heeft hij de Y-chromosomen van drie nog levende leden van de Bourbon-familie vergeleken met die uit de relieken. Alledrie stammen die volledig via de mannelijke lijn af van Hendrik IV (1553-1610), de eerste koning uit de familie. De Y-chromosomen zouden dus moeten overeenstemmen, maar dat doen ze niet. Dus óf de relieken zijn niet echt óf er zitten minstens twee buitenechtelijke kinderen in de stamboom.

Dat laatste is zeker niet uit te sluiten, en bovendien is het oude DNA niet meer zo best. Maar de moeder van Hendrik IV stamt via een ononderbroken vrouwelijke lijn af van Anna van Habsburg (1280-1327). Die had nog een dochter, die eveneens via een puur vrouwelijke lijn verwant was aan Marie-Antoinette, de moeder van Lodewijk XVII. Tijdens het onderzoek naar die laatste heeft Cassiman monsters verzameld van het mitochondriale DNA van de familie, dat zoals bekend uitsluitend overerft via de vrouwelijke lijn. Dat DNA komt óók niet overeen met dat uit het hoofd, en dát kan alleen als er ergens een kind in de stamboom zit met een onechte moeder.

Volgens Cassiman is die kans wel érg klein. Hij vermoedt dat het echte hoofd gewoon weer in Saint-Denis ligt, tezamen met de rest van Hendrik IV die daar begin 19e eeuw is herbegraven.

Wat Lodewijk XVI betreft: vast staat dat hij blauwe ogen had. De kans dat het DNA op de zakdoek heeft toebehoord aan iemand die géén blauwe ogen had, is volgens Cassimans onderzoek 84,2 procent. Helemaal zeker weet je het volgens de Vlaamse vorser echter pas als je het op sterk water bewaard gebleven hart van Lodewijk XVII (de echte) analyseert op restjes Y-chromosoom. Al kan dat pijnlijk worden, want stel je voor dat Marie-Antoinette haar man bedroog.

Cassimans conclusie wordt overigens aangevochten door Philippe Charlier, de onderzoeker die eerder concludeerde dat het hoofd wél echt is. Die zegt binnenkort met een 3D-constructie te komen die bewijst dat het hoofd qua vorm exact overenkomt met dat van het dodenmasker dat indertijd is afgegoten van het gelaat van de échte Hendrik, dus…

bron: KU Leuven

Onderwerpen