Gedeputeerde Staten van Limburg willen 46 miljoen euro investeren in een pilotplantcentrum op de Chemelot Campus. Ook moet er 30 miljoen komen voor een lifescience-instituut op de campus en 15 miljoen voor het Chemelot Materials Center, zo luidt een voorstel waar Provinciale Staten op 7 februari 2014 over denken te stemmen.

Het geld moet komen uit de zogeheten Essentreserve, een bedrag van 1,6 miljard dat de provincie ooit overhield aan de verkoop van haar aandeel in het lokale nutsbedrijf. Het plan om in totaal 130,1 miljoen aan dit potje te onttrekken teneinde de provinciale economie te versterken, is niet onomstreden. Het is echter het enige potje waar überhaupt nog geld in zit.

Bovendien wlllen bedrijven, universiteiten, hogescholen en gemeenten zelf tienmaal zo veel geld steken in de projecten. Alles bij elkaar gaat het om 1,35 miljard euro, zo bleek tijdens de presentatie van de uitverkoren businessplannen op 28 november.

In totaal steunen Gedeputeerde Staten nu zeven plannen. In de ‘Pilot- en Miniplants Facilities’ gaat daarbij veruit het grootste bedrag zitten, al is de helft van die 46 miljoen bestemd voor een ‘revolverend fonds’ dat zijn bijdragen met rente terugverdient - tenminste, als het goed is. Het levert naar verwachting 320 mensjaren tijdelijk werk en 100 structurele fte’s op.

Het Institute for Science & Technology (InSciTe) zou goed moeten zijn voor 400 structurele fte’s plus een aantal nieuwe technostarters. Dit project wordt onder meer gedragen door DSM en de universiteiten van Eindhoven en Maastricht. Het onderzoeksinstituut gaat zich richten op ‘biomedische en biobased materialen op het gebied van gezondheid en duurzaamheid.’

Het Chemelot Materials Center (CMC) richt zich eveneens op materialen, maar hier hoeven ze niet per se bio te zijn. Bovendien is het niet bedoeld voor universiteiten maar voor het bedrijfsleven, dat er een deel van de eigen R&D zou moeten onderbrengen. De provinciale bijdrage is dan ook afhankelijk vande mate waarin die bedrijven daadwerkelijk ‘happen’. Als alles goed gaat, levert het 320 mensjaren tijdelijk werk en 240 fte structureel op.

De overige projecten betreffen versterking van het techniekonderwijs en opknapbeurten van delen van Venlo, Maastricht en Kerkrade, dat laatste inclusief transformatie van het enigszins kwakkelende techniekmuseum Continium in een ‘creative city’.

Of het allemaal doorgaat moet worden afgewacht. Zoals het nu is schijnt er wel een meerderheid te bestaan voor het aanbreken van de Essentreserve, maar in twee maanden kan er natuurlijk veel gebeuren.

bron: Provincie Limburg

Onderwerpen