GC/MS van Viking-landers herkende nog geen microbe als hij er over struikelde, denken Mexicaanse onderzoekers
De Viking-landers van NASA hebben dertig jaar geleden misschien toch leven gevonden op de planeet Mars. Hun analyse-apparatuur deugde echter niet, zo claimen onderzoekers van de universiteit van Mexico in PNAS.
De Vikings hadden verschillende instrumenten aan boord om bodemmonsters te analyseren. Sommige tests suggereerden de aanwezigheid van organismen die organisch materiaal konden afbreken. Maar de gaschromatograaf met massaspectrometer (GC/MS) detecteerde geen organische moleculen. Aangenomen werd daarom dat de reactiviteit van de bodem niet door levende wezens kon zijn veroorzaakt en ergens anders aan moet liggen, bijvoorbeeld aan de aanwezigheid van peroxiden.
De Mexicanen hebben eenzelfde GC/MS nu gebruikt om bodemmonsters te onderzoeken van plekken op Aarde die een beetje op Mars lijken, zoals de kurkdroge Atacamawoestijn in Chili en het dal van de Rio Tinto in Spanje. De GC/MS vond ook daar geen leven in, terwijl vast staat dat er wel degelijk micro-organismen in die bodems zitten.
De gevoeligheid van het instrument bleek maar liefst een miljoen keer lager dan de detectielimiet uit de gebruiksaanwijzing, zo zeggen de Mexicanen.
Dat verklaart nog niet de hoge reactiviteit van de Martiaanse bodem. Als er al leven is, dan moet het wel heel actief zijn om het oxidatieve vermogen te verklaren. Onderzoekers van de Justus-Liebig-Universität in Giessen (Duitsland) suggereren dat de Martiaanse organismen wellicht een oplossing van waterstofperoxide in water benutten als intracellulaire vloeistof. Het vriespunt daarvan ligt veel lager dan dat van zuiver water, wat erg handig is in een koud klimaat.
bron: New Scientist
Nog geen opmerkingen