Doordat zeeschepen langzamer zijn gaan varen is hun NOx-uitstoot de laatste jaren fors verminderd. Dat leidt de Wageningse onderzoeker Folkert Boersma af uit satellietgegevens, meldt hij in Environmental Research Letters.
Het is waarschijnlijk voor het eerst dat zulke beweringen niet met de natte vinger worden gedaan maar daadwerkelijk door metingen worden ondersteund.
Om te beginnen gaat het dan om metingen van het NO2-gehalte in de atmosfeer, met dank aan het Dutch-Finnish Ozone Monitoring Instrument (OMI) dat sinds 2004 rondjes rond de aarde draait aan boord van een NASA-satelliet en naast ozon ook een aantal andere gassen kan meten. Geschat wordt dat de scheepvaart verantwoordelijk is voor 15% van de wereldwijde NO2-uitstoot, en op de OMI-opnamen springen de belangrijke scheepvaartroutes er dan ook duidelijk uit.
Vergelijking van metingen boven de Europese wateren uit de jaren 2005-2012 leert dat de eerste drie jaar de emissies met 15% stegen, in 2009 in één klap met 12% daalden en daarna ongeveer constant bleven. Die abrupte daling heeft uiteraard te maken met de economische crisis, maar is te groot om geheel te verklaren uit een vermindering van de hoeveelheid lading.
Het antwoord zit in ‘slow steaming’. Schepen verbruiken per zeemijl veel minder brandstof wanner je de motoren niet op volle kracht laat draaien; je bent wat langer onderweg maar het is veel goedkoper en de meeste lading heeft toch zo’n haast niet. Vooral van de containervaart is bekend dat ze gaarne voor die optie kiest.
En dat het zo gaat, blijk je te kunnen bewijzen met ándere satellietgegevens. Je kunt daar geen individuele schepen op herkennen en dus ook niet achterhalen hoe hard die varen, maar je kunt wel een soort debietmeting doen. In elk geval voor wat de Middellandse Zee betreft. Op satellietfoto’s tel je het aantal schepen per vierkante mijl, en vervolgens vraag je de bedrijfsleiding van het Suezkanaal hoeveel schepen die dag voorbij zijn gekomen. Daar komt geen absolute snelheid uit maar wel een trend, en die luidt volgens Boersma dat de snelheid sinds 2008 met gemiddeld 30% moet zijn afgenomen.
Inmiddels zijn de brandstofprijzen sterk gedaald, maar de klanten zijn nu aan het tragere tempo gewend. Zolang er geen sprake is van capaciteitsgebrek, is er geen reden om weer sneller te gaan varen.
bron: Wageningen UR
Nog geen opmerkingen