Onderzoek bewijst: met veel beestjes in de buurt voel je je beter.

Onderzoekers van Imperial College in Londen ondervroegen 689 werknemers, werkzaam op zes farmaceutische locaties in Groot-Brittannië. Daarbij vroegen ze wanneer ze voor het eerst met laboratoriumratten waren gaan werken, hoeveel ze er per dag in handen kregen, en hoeveel dat er maximaal ooit waren geweest. Daar legden ze een analyse van immunoglobulines in het bloed naast.

Er kwam een duidelijke relatie uit tussen piekbelasting (dus het grootste aantal ratten dat iemand ooit per dag door zijn of haar handen had laten gaan) en de hoeveelheid ratspecifiek IgG4-immunoglobuline in het bloed. Er kwam ook uit dat mensen met veel IgG4 in het bloed half zo veel kans hadden om rat-gerelateerde astmatische klachten op te lopen dan mensen zonder IgG4.

Volgens onderzoeker Meinir Jones komt het werken met grote hoeveelheden labratten dus kennelijk neer op een natuurlijke vorm van immunotherapie. Bij andere beroepsgroepen met kans op astma, zoals bakkers en zeepmakers, is een dergelijk effect niet bekend. Mogelijk komt dit doordat het contact met de ratten zeer intensn is: je staat er niet alleen met je neus boven, maar ze krabben en bijten je ook nog eens een keer.

Het onderzoek is verschenen in het American Journal of Respratory and Critical Care Medicine.

Overigens had 38 procent van de werknemers meer dan 50 ratten per dag aangeraakt, en 14 procent (voornamelijk kantoorpersoneel) geen enkele rat.

bron: American Thoracic Society

Onderwerpen