De chemische industrie investeert minder en schrapt steeds meer banen. Toch maar chemie gaan studeren, dus?
Wie nu chemie gaat studeren, lacht straks het laatst. VNCI-voorzitter Kees Linse herhaalde het maar weer eens tijdens de jaarlijkse persdag van zijn branchevereniging, een paar weken geleden. Volgens hem stevent Nederland nog steeds af op een schreeuwend tekort aan chemische vakmensen.
Maar voorlopig lijken de statistieken van diezelfde VNCI eerder een aansporing om vooral géén chemisch beroep te kiezen. Want binnen de Nederlandse chemische industrie holt de werkgelegenheid achteruit. Jarenlang is het aantal werknemers blijven hangen rond de 79.000. Maar in 2000 waren het er ineens nog maar 77.200. In 2001 stokte de teller op 76.500, eind 2002 waren er nog maar 75.000 over en eind 2003 verwacht de VNCI op 73.500 banen uit te komen.
En dat terwijl het zakelijk gezien helemaal niet slecht gaat. Van de recessie heeft de chemie ogenschijnlijk weinig last. Vorig jaar steeg de productie met drie procent ten opzichte van het recordjaar 2002. Doordat de afzetprijzen net zo hard daalden (door de lagere olieprijs) bleef de omzet ongeveer gelijk. Maar voor volgend jaar wordt weer drieënhalf procent meer omzet verwacht, bij een anderhalf procent hogere productie. En volgens Linse is dat nog een conservatieve schatting. “In een turbulente tijd heeft de chemische industrie zich moedig staande gehouden”, zo vatte hij het samen. Met hulde aan hen, die buiten de boot gevallen zijn.
Investeringsstop
Linse wijt de teruggang aan de sterk gestegen loonkosten. “Er wordt wel gezegd: de chemische industrie is niet arbeidsintensief, dus waar maak je je zorgen over. Maar de marges zijn ook heel laag. Dus is de druk heel groot om laaggeschoolde arbeid verder te mechaniseren.”
Volgens hem zijn het dus niet de chemici die hun baan verliezen. Maar er is nog meer slecht nieuws. De investeringen zijn in 2002 ook met vijf procent gedaald, en in 2003 zullen ze dat opnieuw doen. Dat heeft rechtstreeks te maken met de al gemelde productiestijging. De afgelopen jaren hebben bedrijven als Shell, Dow en Lyondell gezorgd voor een aardige investeringsgolf. Maar die nieuwe fabrieken zijn klaar of bijna klaar, en voorlopig lijken er geen andere grote projecten voor in de plaats te komen. Voor ontwerpers bij bedrijven en ingenieursbureaus is er dus ook minder werk.
Vergrijzing
Toch maar een ander beroep kiezen, dus? Nee, want het dreigende tekort aan hoger opgeleide chemici blijft wel degelijk actueel. Dat heeft alles te maken met de vergrijzing van de huidige werknemers in de chemische industrie. Velen zijn aangenomen in de jaren zestig, tijdens de eerste grote investeringsgolf. Momenteel is die generatie druk bezig met pensioen te gaan. Tegelijk is de instroom bij de opleidingen zo laag, dat je nu al zeker weet dat er de komende jaren onvoldoende mensen worden afgeleverd om het gat te vullen. Bovendien is Linse er van overtuigd dat de investeringen wel weer aantrekken als de lonen een beetje worden gematigd. Met zijn zeehavens en zijn infrastructuur is Nederland te aantrekkelijk om links te laten liggen.
Een anticyclische beroepskeuze werpt over een jaar of wat dus vruchten af. Wie het laatst lacht, lacht het best. Maar gezien de huidige ontslaggolf, en de observatie dat steeds meer chemici moeite lijken te hebben om een baan te vinden, wordt het allemaal wel heel lastig uit te leggen.
Nog geen opmerkingen