Opslag van koolstofdioxide uit kolencentrales in de bodem is een slecht idee. Straks zit de bodem vol terwijl die centrales nog steeds kolen verstoken, waarschuwen onderzoekers uit Oxford in een zojuist verschenen rapport.
Ze raden aan om de beschikbare ruimte voor CO2-opvang en -opslag (CCS) vrij te houden voor de veeteelt, de luchtvaart en andere CO2-emissiebronnen die je technisch gezien een stuk minder gemakkelijk kunt aanpakken dan die kolencentrales.
Kort samengevat komt de analyse van de Smith School of Enterprise and the Environment er op neer dat je op basis van de huidige technische ontwikkelingen mag verwachten dat je tussen nu en 2050 ongeveer 125 gigaton CO2 kunt opslaan. De huidige kolencentrales stoten wereldwijd 12 gigaton per jaar uit, dus zo geef je ze tien jaar respijt.
De mogelijkheden voor vastleggen in biomassa, of chemisch recyclen tot iets nuttigs, schatten ze in op 120 gigaton tussen nu en 2050. Zo geef je die kolencentrales nóg tien CO2-neutrale jaren cadeau. Maar dan heb je nog steeds alle opslagcapaciteit tot en met 2050 al in 2035 opgebruikt.
Als je heel erg je best doet zou je tussen 2050 en 2100 nog eens 1.000 gigaton CO2 uit de atmosfeer kunnen halen. Maar volgens de opstellers van het rapport lukt dat alleen als je maatregelen neemt op een onwaarschijnlijk grote schaal. Bovendien is nog onduidelijk of het op die schaal technisch überhaupt gaat lukken.
En het probleem met de meeste exploitanten van kolencentrales is dat ze CO2-opslag niet echt zien als tussenoplossing zolang de transitie naar duurzame energie nog niet is voltooid, maar eerder als kans om zo lang mogelijk kolen te mogen blijven stoken.
Overheden kunnen die exploitanten dan beter meteen duidelijk maken dat ze niet op CCS hoeven te rekenen en beter in duurzame energie kunnen investeren.
Nog geen opmerkingen