Analyse van urine-afzettingen van de Kaapse klipdas verraadt hoe het klimaat in zuidelijk Afrika er 30.000 jaar geleden heeft uitgezien. Dat melden Franse, Britse, Nederlandse en Zuid-Afrikaanse onderzoekers in de geologische vakpers.

Met hun project hebben Brian Chase, Arnoud Boom en collega’s inmiddels een ‘starting grant’ van de European Research Council in de wacht gesleept.

 

Hun methode is vooral nuttig op plekken waar geen moerassen of waterbodems aanwezig zijn om monsters uit te nemen, waarbij het goed uitkomt dat klipdassen zich juist in woestijnachtige rotsgebieden thuis voelen.

 

Kaapse klipdassen (Procavia capensis) komen bijna overal in Afrika voor. Ze lijken op knaagdieren (in de Statenvertaling, Spreuken 30:26, worden ze voor konijnen uitgemaakt) maar zijn genetisch eerder verwant aan de olifant. In dit geval is van belang dat ze in grote groepen bij elkaar leven en er een heel bijzonder sociaal gedrag op na houden.Dat houdt onder meer in dat de hele groep zijn ontlasting op dezelfde plek achterlaat.

 

Op die plekken kristalliseert de urine uit en vormt formaties (‘middens’) die soms tienduizenden jaren blijven doorgroeien. En in die middens blijken organische biomarkers, zoals onverteerde plantenresten en metabolieten van stoffen die de klipdassen wél hebben verteerd, bijzonder goed bewaard te blijven.

 

Er zijn al markers gevonden van 30.000 jaar geleden, dus van vóór de laatste ijstijd.

 

bron: University of Leicester

Onderwerpen