Voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit houdt biotechnoloog Sipke Castelein zich bezig met natuurontwikkeling.

“Het ministerie van Defensie stoot op het moment 53 terreinen af. Die liggen in of naast natuurgebieden.Het ligt dus voor de hand om iets aan natuurontwikkeling te doen”, vertelt Sipke Castelein. Sinds 2004 werkt de biotechnoloog bij de Dienst Landelijk Gebied van het ministerie van LNV. Met biotechnologie heeft zijn werk niks meer te maken. Regelgeving, financiën, mensen en politiek vormen de ingrediënten van zijn baan. Bij de uitvoering van het beleid komt zijn brede belangstelling goed van pas.

“Zo vind ik het heel leuk om samen te werken met het ministerie van Defensie. Zelf ben ik nooit in dienst geweest, maar nu kan ik toch nog rondlopen op kazernes en oefenterreinen, en leren hoe defensiemensen denken. Ook werken we nauw samen met projectontwikkelaars. Dat is weer een heel andere wereld. Vroeger kwam al het geld uit Den Haag, nu vragen we projectontwikkelaars om bij hun projecten ook nog natuur te ontwikkelen.”

Het zesjarige defensieproject vormt een van de twee grote klussen waarbij Sipke als secretaris betrokken is. Samen met buurtbewoners en overige betrokkenen zoekt hij naar een passende bestemming voor de terreinen. “Het is belangrijk om iedereen bij elkaar te brengen en goed te luisteren. Ik vind het heel motiverend om een toekomst voor die terreinen te vinden waarmee iedereen gelukkig is.”

Worstelen

“Met mijn vakkennis doe ik niks meer. Kennis kan ook een handicap zijn. Als je daar niet door wordt gehinderd, sta je meer open voor andere meningen”, vertelt Sipke. Dankzij zijn opleiding kan hij snel de rode draad destilleren uit grote hoeveelheden informatie. “Net als alle bèta’s ben ik analytisch sterk. Ook heb ik veel geleerd van het probleemgericht onderwijs. Dan moet je met mensen met een verschillende achtergrond een businessplan maken, van begin tot eind. Die aspecten van teamwerk zijn ontzettend nuttig, welke kant je ook opgaat.”

“Veel van mijn vrienden zijn nu aan het promoveren en worstelen met de vraag: wat wil ik? Dat heb ik gelukkig al achter me. Ik heb veel verschillende dingen gedaan om erachter te komen wat ik wel en niet leuk vind. Het is ook nuttig om dingen te doen die je niet leuk vindt. Zo heb ik tijdens mijn studie vele uren in het lab doorgebracht met proeven doen, maar daar ligt mijn hart niet. Met onderzoek ben je op een heel klein gebied bezig. Ik plaats zaken graag in een breder verband.”

“Voor mensen met een brede belangstelling zijn er veel mogelijkheden bij de overheid. Daar zoeken ze niet alleen werknemers die rechten of bestuurskunde hebben gedaan. De overheid is een goede plek om je te oriënteren als je geen pure bèta bent.”

***Kader***

Naast wie wil je in het vliegtuig zitten?

“Fidel Castro, Tony Blair of Koffi Annan hebben een interessante wereldvisie. Dat worden natuurlijk zware gesprekken, dus geen al te lange vlucht en dan lekker op vakantie.”

Wat zeg je nooit meer tegen je baas?

“Ik heb eerder spijt van dingen die ik niet zeg. Ik werk in een open cultuur en juist als je nieuw bent, zijn bepaalde gedachten helemaal zo gek nog niet. De kunst is om het te durven zeggen en het goed onder woorden te brengen.”

Met welk molecuul wil je jezelf vergelijken?

“Zuurstof. Zuurstof zorgt voor leven en zuurstofatomen zijn meestal met zijn tweeën, anders krijgen ze radicale trekjes. Ik functioneer ook het beste in teams.”

Wat is je bijgebleven van je sollicitatie?

“Motivatie is heel belangrijk. Je moet goed kunnen uitleggen waarom je die baan zo graag wilt, en wat je geleerd hebt van de verschillende onderdelen van je cv.”