Het humane papillomavirus is de veroorzaker van baarmoederhalskanker. Een vaccin tegen dit virus kan deze vorm van kanker uit de wereld helpen. En daar wordt hard aan gewerkt.

Door vaccinatie op jonge leeftijd antistoffen ontwikkelen tegen de vorming van kanker. Dat klinkt als een droom, maar is in principe al mogelijk. Bij infectie met sommige virussen kan kanker ontstaan. Het hepatitis B-virus, een van de veroorzakers van geelzucht, kan bij langdurige infectie ook tot leverkanker leiden. Vaccinatie tegen hepatitis B bleek tevens te werken tegen leverkanker. En een vaccin tegen maagkanker, veroorzaakt door een bacterie, is in de maak.

Nog dit jaar zal het farmaceutische bedrijf Sanofi Pasteur MSD naar verwachting een vaccin tegen baarmoederhalskanker op de Europese en Amerikaanse markt brengen. Het humane papillomavirus (HPV) veroorzaakt baarmoederhalskanker. Hein Boot van het RIVM Laboratorium voor Toetsing van het Rijksvaccinatieprogramma: “Elke vrouw die baarmoederhalskanker krijgt is met HPV geïnfecteerd.” Theo­retisch is het dus mogelijk met een goed vaccin alle baarmoederhalskanker te voorkomen. Robert Tensen, Medicals Affairs Manager bij Sanofi Pasteur MSD, wijst op de succesvolle resultaten van een af­geronde studie naar de werking van een vaccin met de naam Gardasil bij meer dan 12.000 vrouwen. Van deze vrouwen kreeg de helft Gardasil en de andere helft een placebo. De vrouwen kregen op drie momenten gedurende een half jaar een injectie met een van beide en werden vervolgens twee jaar lang gevolgd. Gardasil bleek 100 procent bescherming te bieden tegen de twee hoofdsubtypen die meer dan 75 procent van de voorstadia van baarmoederhalskanker veroorzaken. In 2005 is het vaccin voor registratie aangeboden in de VS en Europa.

Ook GlaxoSmithKline is in een vergevorderd stadium met een vaccin tegen baarmoederhalskanker. In maart is de registratie aangevraagd voor het vaccin, genaamd Cervarix. Resultaten van een uitgebreide studie naar de werking van Cervarix werden onlangs gepubliceerd in The Lancet. In klinische studies bood het vaccin uitstekende bescherming tegen chronische infectie met beide hoofdsubtypen van HPV en de daarbij behorende voorstadia van kanker. Momenteel wordt het vaccin getest in uitgebreide fase III klinische studies bij meer dan 30.000 vrouwen uit de hele wereld.

Klein virus

HPV is een klein virus met een genoom van ongeveer 8.000 basenparen dat omgeven wordt door een mantel van twee verschillende eiwitten. Het virus-DNA codeert in totaal voor acht verschillende eiwitten waarvan er twee (E6 en E7) betrokken zijn bij het veroorzaken van kanker. HPV kan de epitheelcellen van de baarmoedermond infecteren. Na infectie kan het circulaire virus-DNA soms openbreken en integreren met het DNA van de geïnfecteerde epitheelcel. In deze epitheelcellen zijn de E6- en E7-genen dan in staat om de cel te transformeren tot een kankercel. Naarmate een persoon langer met het virus is geïnfecteerd, is de kans op integratie, en dus op kanker, groter.

Er zijn in ieder geval vijftien typen van het virus bekend die kanker kunnen veroorzaken. Twee hiervan, HPV16 en HPV18, zijn verantwoordelijk voor respectievelijk ongeveer 60 en 15 procent van alle gevallen van baarmoederhalskanker. Besmetting met HPV vindt plaats door allerlei vormen van seksueel contact. Anders dan bij een SOA, waar 95 procent van de geïnfecteerde mensen ziek wordt, zorgt het immuunsysteem ervoor dat bij een besmetting met HPV 98 procent van de vrouwen geen kanker krijgt. Mannen kunnen ook drager zijn van HPV, maar hebben, bij gebrek aan een baarmoeder, er veel minder last van. Andere typen dan HPV16 en HPV18, zoals typen 6 en 11, kunnen bij mannen en vrouwen genitale wratten veroorzaken.

Screening

Voor vrouwen is baarmoederhalskanker wereldwijd een groot probleem. In de EU gaan er jaarlijks 15.000 vrouwen aan dood. Door een goed screeningsprogramma worden in Nederland vrouwen vanaf dertig jaar met afwijkingen van de baarmoedermond in een vroeg stadium opgespoord en behandeld. Dit zijn de vijfjaarlijkse oproepen voor uitstrijkjes. Zo blijft het aantal dodelijke gevallen in Nederland beperkt tot ongeveer 250 per jaar, een derde van het totale aantal patiënten waarbij baarmoederhalskanker wordt gediagnosticeerd.

Peter Snijders, moleculair bioloog bij het VU Medisch Centrum, vindt dat screening op HPV het bevolkingsonderzoek zou kunnen verbeteren. “De HPV-test heeft een aanmerkelijk hogere gevoeligheid voor baarmoederhalskanker en de voorstadia daarvan dan het uitstrijkje. Met name een bepaalde vorm van baarmoederhalskanker, het zogenoemde adenocarcinoom, wordt vaak gemist met het uitstrijkje. Daarnaast zouden vrouwen met een normaal uitstrijkje en een negatieve HPV-test minder vaak gescreend hoeven te worden.”

In de derde wereld ontbreekt een effectief screeningsprogramma: daar is baarmoederhalskanker de grootste doodsoorzaak door kanker onder vrouwen. Een goedkope diagnosekit om vrouwen op HPV16 en HPV18 te screenen, gecombineerd met een betaalbaar preventief vaccin om nieuwe gevallen te voorkomen, zou in de derde wereld heel wat levens kunnen redden.

Preventieve vaccins ontwikkeld door farmaceutische bedrijven bestaan uit virus like particles. Dit zijn als het ware lege hulzen van HPV. Ze worden gevormd door expressie van één eiwit van de HPV-mantel in gemodificeerd bakkersgist. Een vaccin gebaseerd op die virus like particles stimuleert B-lymfocyten, die dan specifieke antilichamen gaan produceren. Deze antilichamen voorkomen dat het virus de baarmoederhals verder kan infecteren. Vrouwen moeten het liefst wel gevaccineerd worden vóór het eerste seksuele contact. Het vaccin Gardasil is om deze reden bedoeld voor vrouwen van 9 tot 25 jaar.

Langere termijn

Als vanaf volgend jaar jonge vrouwen vanaf de leeftijd van negen jaar preventief worden gevaccineerd tegen HPV, zal het toch nog lange tijd duren voordat baarmoederhalskanker sterk wordt teruggedrongen. Het kan immers zeker nog tien tot veertig jaar duren voordat nu geïnfecteerde, niet gevaccineerde vrouwen eventueel kanker ontwikkelen. Ook is de effectiviteit van het preventieve vaccin op langere termijn nog niet aangetoond.

Vrouwen die reeds met HPV besmet zijn of besmet worden, kunnen baat hebben bij therapeutische vaccins. “Vrouwen met baarmoederhalskanker hebben geen effectieve cellulaire afweerreactie tegen HPV”, aldus Sjoerd van der Burg, immunoloog bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). “Wij ontwikkelen een vaccin dat bestaat uit stukjes eiwit die samen de E6- en E7-eiwitten van het HPV vormen. Die cocktail van lange peptiden stimuleert het immuunsysteem om T-cellen te vormen tegen de virussen.” De T-cellen, samen met de rest van de cellulaire afweer, kunnen door het virus geïnfecteerde epitheelcellen en kankercellen doden. Ook zetten zij andere afweercellen aan tot het doden van de door het virus geïnfecteerde cellen en stimuleren zij B-cellen tot de productie van antistoffen.

Er zijn ook andere concepten voor therapeutische vaccins, maar het hoofdprobleem blijft om in zieke mensen een sterke afweerreactie te krijgen tegen de eiwitten in het vaccin. Hoe beter het vaccin in staat is om zich te richten tegen de eiwitten van HPV, hoe sterker de gewenste afweerreactie zal zijn.

In het LUMC zijn goede resultaten bereikt met uitbehandelde patiënten met baarmoederhalskanker. Het vaccin bleek veilig. Verder ontwikkelden patiënten die vooraf geen afweerreactie toonden na vaccinatie een sterke respons. Nu wacht Van der Burg met spanning op de resultaten behaald bij patiënten met door HPV veroorzaakte voorstadia van kanker. |

Onderwerpen