De overheid moet desnoods de Nederlandse octrooiwetgeving gebruiken als dwangmiddel bij de onderhandelingen over de toekomst van Organon. Deze suggestie was de grootste verrassing tijdens het Kamerdebat over het dreigende massa-ontslag bij dat bedrijf, woensdagmiddag in Den Haag.

Voor het debat had SP-Kamerlid Paul Ulenbelt een deel van de Tweede Kamer (om precies te zijn de vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en die voor Economische Zaken) terug laten komen van zomerreces.

 

Volgens Ulenbelt zouden Balkenende c.s. gebruik kunnen maken van artikel 57 van de Rijksoctrooiwet. Daar staat in dat een minister, ‘indien het algemeen belang dit naar zijn oordeel vordert’, een bedrijf kan dwingen om licenties op zijn octrooien af te staan aan andere bedrijven. In het buitenland worden vergelijkbare bepalingen wel eens gebruikt om de lokale productie van betaalbare aidsmedicatie te rechtvaardigen.

 

In dit geval zou de Nederlandse regering dus bedrijven in eigen land moeten toestaan om geneesmiddelen te produceren waar Organon (tegenwoordig MSD) octrooi op heeft, tegen sterk concurrerende prijzen. Dat zou betekenen dat die octrooien ineens een stuk minder waard worden.

“Als Nederland hiermee gaat dreigen, dan moet MSD wel aan tafel schuiven”, zo heeft Ulenbelt zich door deskundigen binnen de branche laten influisteren. “ U heeft zo een comfortabele onderhandelingspositie.”

 

In haar antwoord liet minister Maria van der Hoeven (EZ) doorschemeren dat ze die dwanglicenties geen slechte suggestie vindt: “Ik heb dat zeer in mijn achterhoofd zitten, meeer Ulenbelt.” Ze tekende er bij aan dat octrooien die deels met Nederlands belastinggeld zijn ontwikkeld, bijvoorbeeld binnen het Topinstituut Pharma, sowieso niet exclusief eigendom van MSD zijn en dus ook niet zomaar naar de VS kunnen verdwijnen.

 

De minister benadrukte wel dat ze die gesprekken in zal gaan met een andere focus dan die van Ulenbelt. Volgens haar wekt Ulenbelt valse hoop wanneer hij suggereert dat er een kans is dat MSD het besluit tot massa-ontslag terugdraait. Het gaat er eerder om, om met hulp van MSD zo veel mogelijk kennis en werkgelegenheid te behouden voor Nederland. Maar die kennis en werkgelegenheid moeten dan wel bij andere bedrijven worden geparkeerd.

 

Van der Hoeven blijkt daarover gisteren (dinsdag) al te hebben gesproken met Merck-ceo Richard Clark. Die staat achter de plannen voor een ‘life science campus’ in Oss. Ook heeft hij toegezegd dat zijn bedrijf eventuele plannen voor ‘management buyouts’ van onderdelen van Organon met een ‘open mind’ zal bekijken, al wekte de minister niet de indruk dat ze echt veel van die toezegging verwacht.

 

Dat die campus er komt, lijkt voor haar vast te staan. “De vraag is niet of die er komt, maar hoe”, zo verklaarde ze kort voor het debat tegenover de Telegraaf. Tijdens dat debat had ze het over ‘volgend jaar om deze tijd.’

 

Maar volgens Ulenbelt is dát juist valse hoop wekken. “Die campus kost geld, en hij zal nooit nieuwe medicijnen ontwikkelen.” Hij drong nogmaals aan op een gesprek tussen Clark en premier Balkenende.

Onderwerpen