Mannen worden niet kaal door gebrek aan stamcellen op hun schedel, maar door een probleem met de activering van die stamcellen. Dat moet dus in principe te verhelpen zijn, zo suggereert George Cotsarelis (University of Pennsylvania School of Medicine) in het Journal of Clinical Investigation.

Er zijn mensen die dit ongetwijfeld graag eerder hadden willen weten.

De stamcellen in kwestie zitten in de haarzakjes (follikels) en vormen daar de basis voor een nieuwe haar wanneer de oude uitvalt. Bij klassieke kaalheid (androgene alopecie, afgekort AGA) zijn de follikels nog wel aanwezig maar veel kleiner dan normaal, en aangenomen werd dat dat kwam doordat de stamcellen op waren.

Cotsarelis en collega’s hebben nu echter hoofdhuidmonsters bekeken van mannen die een haartransplantatie ondergingen. Met flowcytometrie gingen ze na wat voor cellen er in de follikels zaten. En tot hun verrassing bleek het aantal stamcellen in niet-werkende follikels net zo groot te zijn als in wél werkende.

In die niet-werkende follikels bleken echter wél twee typen voorlopercellen te ontbreken. Dat zijn cellen die al iets gespecialiseerder zijn dan een stamcel. Ze vormen een essentiële tussenstap bij de vorming van een nieuwe haar.

De stof die zorgt dat zo’n follikelstamcel uitgroeit tot een voorlopercel, zou dus het ultieme haargroeimiddel moeten zijn. Welke stof dat is, is nog even een raadsel.

bron: University of Pennsylvania School of Medicine

Onderwerpen