Chitosan-omhulsel beschermt inhoud tegen maagzuur

Taiwanese onderzoekers hebben nanobolletjes van chitosan en poly(gamma-glutaminezuur) ontwikkeld, die bestand zijn tegen maagzuur en hun inhoud pas loslaten wanneer ze via de darmen in de bloedbaan zijn beland. Verpakt in die bolletjes kun je insuline voor het eerst oraal toedienen, zo wordt geclaimd in het tijdschrift Biomacromolecules.

Bij ratten is het daadwerkelijk gelukt om met deze insulinebolletjes de symptomen van diabetes te onderdrukken. Onduidelijk is of ze ooit bij menselijke diabetici de insulinespuit zullen kunnen vervangen en zo ja, wanneer.

Chitosan, een polysacharide, is een afgeleide van chitine, het materiaal waaruit garnalen hun schaal (exoskelet) opbouwen. Chitosan heeft onder meer het voordeel dat het zich goed aan het darmslijmvlies hecht en de neiging heeft om de openingen tussen de epitheelcellen open te wrikken.

Poly(gamma-glutaminezuur) is een polypeptide dat onder meer wordt aangemaakt door Bacillus-soorten. Deze toevoeging is nodig om de nanobolletjes te kunnen maken via een ionisch geleerproces. Het polysacharide is positief geladen, het polypeptide negatief. De best werkende verhouding tussen die twee lijkt ongeveer 4,5:1 te zijn.

De bolletjes hadden een diameter van enkele honderden nanometers. In vitro proeven lieten zien dat ze bij een pH van 2,5 (een lege maag) binnen een uur slechts 20 procent van hun insuline-inhoud kwijtraakten. Bij pH = 6,6 (de twaalfvingerige darm) kwam er nog minder insuline uit, maar bij pH = 7,4 (de bloedstroom) vielen ze uit elkaar. Tegen de pH van een volle maag (ongeveer 1,2)zijn ze overigens ook niet bestand.

Bij ratten die langs chemische weg aan diabetesverschijnselen bleek orale toediening van de insulinebolletjes inderdaad een duidelijke verlaging van het bloedsuikergehalte tot gevolg te hebben. Wel ging het veel langzamer dan bij een injectie, en was de benodigde hoeveelheid insuline een factor tien hoger.

bron: BBC News

Onderwerpen