Voor het eerst is een tegengif tegen cyanide bedacht dat met een injectiespuit kan worden toegediend. Sulfanegen TEA is wel zo handig bij terreuraanslagen met gifgas, denken de uitvinders.

In het Journal of Medicinal Chemistry leggen Herbert Nagasawa en collega’s van de University of Minnesota uit dat je cyanide het beste te lijf kunt gaan met een stof die het natuurlijke afbraakproces versnelt. Dat zou het beste moeten lukken door een natuurlijk enzym genaamd mercaptopyruvaat sulfurtransferase te activeren, dat cyanide omzet in thiocyanaat. En dat activeren kan weer door het enzym rijkelijk te voorzien van zijn natuurlijke zwavelbron, 3-mercaptopyruvaat.

Het volgende probleem is dat 3-mercaptopyruvaat niet zo stabiel is in de bloedbaan. Je kunt dus beter een ‘prodrug’ toedienen die door het lichaam in dat pyruvaat wordt omgezet. In 2007 presenteerde de groep van Nagasawa al een aantal van die prodrugs die oraal konden worden ingebomen en die inderdaad leken te werken als tegengif. Een paar daarvan kon je zelfs voor de gifgasaanval innemen als bescherming, omdat de pyruvaatvorming heel langzaam ging.

Maar orale toediening werkt alleen zolang het slachtoffer nog bij bewustzijn is en in staat om het medicijn door te slikken. Niet als hij al in coma ligt. In dat geval kon je de prodrugs alleen via een infuus toedienen, en zie dat maar eens voor elkaar te krijgen als er honderden slachtoffers tegelijk vallen. Een grote meerderheid is vermoedelijk dood voordat je aan ze toe komt.

Met injecties ben je veel sneller klaar, zeker als je auto-injectoren gebruikt die je tegen een dijspier drukt en af laat gaan. De hoeveelheid vloeistof is dan echter veel kleiner dan bij een infuus, zodat het tegengif veel beter oplosbaar in water moet zijn. Bovendien moet het rond de injectieplek een zo gering mogelijke immuunrespons opleveren.

Nakagawa kwam uit op sulfanegen, een ringvormig dimeer van 3-mercaptopyruvaat. De gebruikelijke variant met natrium als tegenion bleek echter lang niet oplosbaar genoeg. Vandaar dat hij een reeks organische tegenionen uitprobeerde.

Triethanolamine (TEA) kwam daarbij als beste uit de bus. Het resulterende zout heeft een oplosbaarheid van 1,58M, terwijl berekend is dat je 1,05M nodig hebt om met 5 ml injectievolume een mens van 60 kg te redden. Diethanolamine is qua oplosbaarheid nog beter, maar zelf wat toxischer dan TEA.

Bij muizen lijkt sulfanegen TEA inderdaad goed te werken. Op mensen is het begrijpelijkerwijs nog niet uitgeprobeerd.

bron: American Chemical Society

Onderwerpen