Bedrijfsleven, universiteiten, en de overheid zetten samen een nationaal onderzoekscentrum op voor chemische bouwstenen. Ze willen er elf miljoen euro per jaar in investeren en dat zeker een jaar of tien volhouden, zo werd maandag duidelijk tijdens een bijeenkomst bij Shell Amsterdam.
Mede-architect Bert Weckhuysen, hoogleraar anorganische chemie en katalyse aan de UU en wetenschappelijk geweten van de Topsector Chemie, noemt de constructie ‘on-Nederlands’, en niet alleen vanwege die langetermijnvisie.
Volgens een persbericht gaat het Advanced Research Center Chemical Building Blocks Consortium (ARC CBBC) ‘belangrijke energie- en chemievraagstukken aanpakken die gepaard gaan met het groeiende beroep op de eindige voorraad grondstoffen’. De ‘bouwstenen’ kunnen dus van alles worden, van monomeren voor kunststoffen en coatings tot componenten voor vliegtuigbrandstof. Als ze maar hernieuwbaar en duurzaam zijn. Voor welke onderzoeksgebieden precies wordt gekozen, moet in de eerste helft van 2016 duidelijk worden.
Naast de Topsector Chemie, het ministerie van EZ en NWO betalen drie universiteiten mee, die van Utrecht, Eindhoven en Groningen. De betrokken wetenschappers, waarvan er ook een aantal uit Nijmegen komen, werken al langer samen in het kader van twee Zwaartekrachtprogramma’s van NWO: het Netherlands Center for Multiscale Catalytic Energy Conversion en het Research Centre for Functional Molecular Systems.
Vanuit het bedrijfsleven zijn Shell, AkzoNobel en BASF binnen gehaald als grote geldschieters, en volgens Weckhuysen wordt nog onderhandeld met een vierde grote partij.
Een deel van het onderzoek wordt ‘bilateraal’: in feite middellange-termijnonderzoek, waarbij één chemisch bedrijf samenwerkt met wetenschappers van verschillende onderzoeksinstellingen. De bedoeling is dan dat een keten van onderzoek wordt opgezet rond een bepaald wetenschappelijk thema. De resultaten zijn in eerste instantie alleen toegankelijk voor de direct bij het project betrokken industriële en academische partners.
Daarnaast zijn er ‘multilaterale’ projecten gepland met een lange-termijnhorizon. Kleinere bedrijven, die eventueel niet beschikken over de financiën om ‘founding partner’ te worden, maar ook andere grote chemische bedrijven kunnen in dit deel van het onderzoekscentrum als het ware een aandeel (‘ticket’) nemen voor een bescheiden bedrag. Een constructie die in Nederland nog zelden of nooit is vertoond.
Dat geldt ook voor het feit dat onderzoekers niet zomaar mogen meedoen. Er wordt letterlijk gesproken van selectie aan de poort: zowel jonge als ervaren onderzoekers moeten zich laten nomineren, waarna een internationale wetenschappelijke adviesraad oordeelt of ze goed genoeg zijn. Formeel weten Weckhuysen en de andere architect van ARC CBBC, de Groningse organicus Ben Feringa, zélf nog niet of zij welkom zijn.
Het wordt het derde advanced research center in Nederland, na het nanolithografiecentrum ARCNL en het kwantumcomputercentrum QUTECH.
bron: NWO, EZ
Nog geen opmerkingen