Dien een borstkankerpatiënt een slok hoestsiroop toe en je kunt aardig voorspellen hoe ze op een tamoxifen-kuur zal reageren. Aldus promovendus Anne-Joy de Graan (Erasmus MC, Rotterdam)deze week tijdens een internationaal chemotherapie-congres in Berlijn.

De actieve stof in die hoestsiroop is dextrometorfan. Chemisch gezien lijkt het nauwelijks op tamoxifen, maar het wordt wél door dezelfde enzymen afgebroken.

 

Die afbraak (het metabolisme) van tamoxifen is bij elke vrouw anders. Voor een deel ligt dat aan genetische factoren maar ook roken, alcoholgebruik en andere medicijnen hebben er invloed op. Het gevolg is dat ook de werkzaamheid en de toxiciteit van tamoxifen per patiënt verschillen. In de huidige medische praktjk (in elk geval in de Nederlandse) wordt daar nauwelijks rekening mee gehouden: er bestaan maar twee doseringen, 20 en 40 mg.

 

Probleem is dat het tempo van dat tamoxifen-metabolisme moeilijk is te meten. Vaak meet men daarvoor het afbraakproduct endoxifen, dat verantwoordelijk wordt gehouden voor de therapeutische werking van tamoxifen. Maar die analyse is in de praktijk erg lastig.

 

De Graan stelt nu dat de verdwijning van dextromethorfan uit het bloed veel gemakkelijker is te volgen, en ongeveer in hetzelfde tempo gaat.

 

Ze heeft het uitgeprobeerd bij 40 patiënten die al minstens 3 weken met een tamoxifenkuur bezig waren. Twee uur vóór de tamoxifen gaf ze ze hoestsiroop. Vervolgens nam ze gedurende 24 uur regelmatig bloedmonsters en screende die op zowel dextromethorfan en zijn metabolieten (dextrorfan, 3-metoxymorfinan en 3-hydroxymorfinan) als tamoxifen en zijn metabolieten (4-hydroxytamoxifen, N-desmethyltamoxifen en endoxifen).

 

Inderdaad bleek er een redelijk verband te bestaan tussen de tempo’s van dextromethorfanafbraak en endoxifenvorming. Zo kon je duidelijk zien dat ze allebei werden beïnvloed door paroxetine, een antidepressivum dat op een van de betrokken enzymen ingrijpt.

 

De Graan hoopt dat het een eerste stap is naar een manier om de juiste tamoxifen-dosis voor elke afzonderlike patiënt te kunnen vaststellen.

 

bron: BBC News

Onderwerpen