Voor het eerst is duidelijk hoe het ebolavirus precies de eerste respons van het immuunsysteem platlegt. En dus aan ook wat voor tegenacties je zou kunnen denken, blijkt uit een publicatie in Cell Host & Microbe.

Het komt er op neer dat het virus een uniek eiwit aanmaakt, met de werktitel eVP 24. Dit blijkt zich effectief te hechten aan karyoferine alfa-5, een transporteiwit dat dient om ándere eiwitten de celkern in te transporteren.

Die hechting heeft plaats op een heel aparte plek. Karyoferine alfa-5 blijft grotendeels functioneel, maar er is één eiwit dat het niet meer kan binden. Om precies te zijn gefosforyleerd STAT1, een transcriptiefactor die wordt geactiveerd door interferonen. En die interferonen vormen weer de eerste reactie van het immuunsysteem op het ebolavirus.

Dat STAT1moet in de celkern enkele honderden genen inschakelen die de immuunrespons verder versterken. Dankzij eVP24 gebeurt dat dus niet of in veel mindere mate, zodat het virus meer tijd krijgt om zichzelf te vermenigvuldigen terwijl de geïnfecteerde cellen verder min of meer normaal blijven functioneren.

Wanneer andere delen van het immuunsysteem alsnog ingrijpen, is het virus al zo talrijk dat de respons uit de hand loopt. Dat is een van de redenen waarom ebola zo vaak een dodelijke afloop kent.

Dat eVP24 er iets mee te maken had, ontdekte co-auteur Christopher Basler (Mount Sinai School of Medicine, VS) overigens al in 2006. Nu hij en zijn collega’s ook weten hoe het in elkaar zit, kunnen ze gaan werken aan een manier om STAT1 alsnog op schema de celkern in te krijgen. Wellicht kan dan het immuunsysteem de infectie alsnog aan, al dan niet na toediening van extra interferon.

Maar Basler benadrukt dat daar ‘careful research’ voor nodig zal zijn en dat hij er vooral op mikt om klaar te zijn voor de vólgende ebola-uitbraak.

bron: Mount Sinai School of Medicine, Cell Press

Onderwerpen