Sinds twintig jaar is hiv op effectieve wijze onder controle, maar hiv-patiënten lopen wel een sterk verhoogde kans op hart- en vaatziektes. Dankzij een nieuwe generatie van hiv-remmers verbetert hun perspectief.

Afgelopen jaar was het twintig jaar geleden dat aids, indien behandeld, niet langer een dodelijke ziekte was. In 1996 kwamen namelijk de eerste combinatiepreparaten van hiv-remmers op de markt. De destijds verkrijgbare hiv-remmers waren zogeheten proteaseremmers, die de vermenigvuldiging van het virus platlegden door het benodigde enzym, hiv-protease, te blokkeren. In tegenstelling tot bij de vóór 1996 verkrijgbare remmers, trad er tegen de combinatiemiddelen geen resistentie op.

Toch bleken ook deze middelen niet zaligmakend. De hiv-remmers tastten onder meer de vetcellen, nieren en botten van patiënten aan en veroorzaakten suikerziekte. De mitochondriën, de energiefabriekjes van lichaamscellen, takelden af. Daar-naast veroorzaakten het virus en de remmers milde chronische ontstekingen, die onder meer de bloedvaten aantastten. Hierdoor liepen hiv-patiënten zo’n 50 % meer risico op hartaanvallen en andere vormen van hart- en vaatziektes.

Hogere levensverwachting

Uit een grote studie die op 10 mei verscheen in The Lancet HIV, blijkt dat het perspectief van ruim 88.000 gevolgde hiv-patiënten in Europa en Noord-Amerika (in Nederland zijn het er in totaal zo’n 23.000) sindsdien, door betere hiv-remmers, flink is verbeterd. De kans dat ze drie jaar na besmetting nog leven is sterk toegenomen. Ze overleven zo’n tien jaar langer dan patiënten die destijds begonnen met slikken. Een twintigjarige die in 2008 ging slikken wordt gemiddeld 78 jaar oud.

‘Met de jaren is veel van de patiënten geleerd, en die kennis is omgezet in nieuwe medicijnen en behandelregimes’, vertelt Andy Hoepelman, hoogleraar interne geneeskunde & infectieziekten in het UMC Utrecht, die niet betrokken was bij de studie. De huidige hiv-remmers werken als volgt: ze voorkomen dat het virus kan binden aan immuuncellen, dat het die cellen kan binnendringen, dat het virus-RNA wordt vertaald naar virus-DNA, of dat het virus-DNA terechtkomt in het genetisch materiaal van de immuuncellen. De zware bijwerkingen zijn zo goed als verdwenen, onder andere doordat de benodigde dosering nu zo’n vier keer zo laag is.

 

Sterftekans daalt door goede controle en behandeling

Risicofactoren

‘Hiv-patiënten hebben wel nog altijd een verhoogde kans op hart- en vaatziektes, maar de vraag is in hoeverre virus en remmers daaraan bijdragen’, zegt Hoepelman. ‘Hiv-patiënten roken relatief veel en hebben vaak een verhoogd cholesterolniveau en een hoge bloeddruk. Utrechts onderzoek wijst die factoren als voornaamste oorzaak aan.’

Brengt die ongezonde levensstijl dan een hoger gezondheidsrisico met zich mee? ‘Niet per definitie. Hiv-patiënten staan meer onder controle dan anderen. Daar-door komen risicofactoren eerder in beeld en is er een betere behandeling. De helft van de hiv-patiënten slikt bijvoorbeeld een statine tegen een verhoogd cholesterolgehalte.’

Telomeren

Die behandelingen en de intensieve begeleiding kunnen op termijn juist een verlaagde kans op sterfte geven, aldus Hoepelman. ‘Het is nog niet gepubliceerd, maar uit recente gegevens blijkt dat de populatie van hiv-patiënten in Londen gemiddeld al langer leeft dan andere Londenaren.’

Dat betekent niet dat alle nadelen van een hiv-besmetting zijn verdwenen. Veel patiënten hebben op de lange termijn een wat grotere achteruitgang in hersenfunctie en verouderen iets sneller dan gemiddeld, mogelijk doordat de uiteindes van de chromosomen, de telomeren, sneller afbreken. Wat hiv en hiv-remmers doen in een verouderend lichaam, moet nog blijken.