Wat u moet doen als u met mosterdgas te maken krijgt? Afblijven en maken dat u wegkomt.

Zakenman Frans van Anraat, van oorsprong chemisch analist, wordt verdacht van medeplichtigheid aan genocide. In de jaren tachtig verkocht hij 538 ton thiodiglycol aan de Iraakse overheid. Dat Saddam Hoessein daar mosterdgas van wilde maken om te gebruiken tegen zijn eigen onderdanen, besefte Van Anraat achteraf pas. Zegt hij. Om zulke ‘vergissingen’ in de toekomst te voorkomen, zet C2W voor u de feiten op een rij.

Wat is mosterdgas?

Bij kamertemperatuur is ‘mosterdgas’ geen gas maar een dikke bruine vloeistof die slecht oplost in water. Het smeltpunt ligt bij 14 °C, het kookpunt bij 217 °C. Er zijn verschillende chemische benamingen in omloop, zoals 1,1-thiobis(2-chloorethaan) en 2,2’-dichloordiethylsulfide. Met mosterd heeft de verbinding niets te maken, behalve dat hij er volgens sommigen vaag naar ruikt. Mosterdgas is eenvoudig te maken door thiodiglycol (2,2’-dihydroxydiethylsulfide) te laten reageren met zoutzuur. De stof laat zich vervolgens verspreiden door hem mee te geven met een granaat. Ontploft die, dan verspreidt het mosterdgas zich als een nevel of als kleine druppeltjes.

Wat doet mosterdgas?

Militairen spreken van een ‘blaartrekkend strijdmiddel’. De druppels trekken in de huid of in de slijmvliezen. Daar leiden ze tot grote blaren, ernstige irritatie van de ogen en zwaar aangetaste luchtwegen. Sommige slachtoffers gaan dood doordat ze geen adem meer kunnen krijgen, of door infectie van het beschadigde weefsel (met name longontsteking). De meesten overleven het, maar het herstel kan weken duren.

Mosterdgas is verraderlijk. Alleen speciale beschermende kleding houdt de druppels tegen. De nevel is zwaarder dan lucht en verzamelt zich dus in kuilen, bomkraters en andere plekken waar soldaten dekking tegen kogels plegen te zoeken. Bovendien duurt het vaak uren voordat de eerste blaren verschijnen, en dan is het al veel te laat om er nog iets tegen te doen.

Wie gebruikt mosterdgas?

De Duitsers zijn ermee begonnen, in juli 1917. Later in de Eerste Wereldoorlog gebruikten beide kampen mosterdgas. Na 1918 zat de angst er goed in. Vrijwel alle grote landen hielden er grote voorraden op na, maar ze durfden er niets mee te doen uit angst dat ze zelf de volle laag zouden terugkrijgen. Wel heeft Italië in de jaren dertig mosterdgas gebruikt in Abessinië (nu Ethiopië) en er zijn berichten dat Saddam Hoessein er Koerden mee heeft bestookt.

Blijft het een bedreiging?

Volgens een verdrag uit 1997, dat tot nu toe door 167 landen is ondertekend, moeten alle chemische wapens uiterlijk in 2012 zijn opgeruimd. Of dat gaat lukken, is de vraag. Het netjes demonteren van gifgasgranaten kost veel tijd, moeite en geld. Onlangs nog zegde de Nederlandse regering anderhalf miljoen euro toe om een destructiebedrijf in Rusland operationeel te krijgen.

Vroeger deed men die moeite niet. Grote aantallen overtollige gifgasgranaten zijn simpelweg in zee gedumpt. Die liggen daar nog steeds weg te roesten, terwijl de inhoud nog net zo gevaarlijk is als in 1918. Nu en dan gebeuren er ongelukken doordat vissers ze ophalen in hun netten.

Zat Van Anraat fout?

Thioglycol wordt onder meer verwerkt in textielverven, balpeninkt, kunststoffen en smeermiddelen. De stof is dan ook volkomen legaal. Maar export naar ‘verdachte’ regimes is dat in de meeste landen niet. En de hoeveelheden die Irak bestelde, waren veel te groot om vreedzame toepassingen waarschijnlijk te maken.

Van Anraat moet het geweten hebben. “Ik heb een innerlijk goedpraatmechanisme op gang gebracht. Als alle landen dat spul hebben, waarom zou Irak er dan geen recht op hebben?”, zo bekende hij ooit in de Haagsche Courant. Nader commentaar overbodig.

www.pmtag.nl/Nl/pmtsecurity/fmosterd.htm

http://users.pandora.be/blindganger/gasoorlog.htm

www.geocities.com/~worldwar1/default-houthulstn.html

www.nap.edu/books/030904832X/html/

www.cbwinfo.com/General/Proliferation/Thiodiglycol.html

Onderwerpen