Sociaal psycholoog ziet einde van de wetenschap nu écht naderen

Alle grote wetenschappelijke ontdekkingen zijn gedaan. De meeste nieuwe theorieën bieden niet meer dan verfijningen van bestaande inzichten. Dus is het niet meer dan terecht dat de samenleving van universiteiten eist dat ze overschakelen van fundamenteel naar toegepast onderzoek. Aldus, kort door de bocht samengevat, sociaal psycholoog Arie Dijkstra in de oratie waarmee hij dinsdag zijn ambt als adjunct-hoogleraar in Groningen aanvaardde.

Volgens Dijkstra is het dit keer menens met het al vaker aangekondigde ‘einde van de wetenschap’. Wie denkt dat daar nog aan revolutionaire ontdekkingen wordt gewerkt, heeft niet goed gekeken. “Het is naïef om te denken dat de grote ontdekkingen maar dóór zullen gaan. Je kunt de fysieke realiteit door veel brillen bekijken, maar het aantal zinvolle paradigma’s is niet oneindig.”

Met andere woorden: “Wat binnen de muren van de universiteit een revolutie lijkt, is van een afstandje beschouwd hooguit een rimpel in de vijver.”

Dijkstra vindt het dan ook ‘geheel terecht’ dat minister Plasterk overheidsgeld overhevelt van de eerste geldstroom naar instellingen als NWO en ZonMW: “De tijd dat wetenschappers vrij spel kregen, de tijd van nieuwsgierigheid om de nieuwsgierigheid, is wat mij betreft voorbij. Je mag het wetenschappers, vrij naar John F. Kennedy, best voorhouden: vraag niet wat de maatschappij voor u kan doen, maar vraag wat u voor de maatschappij kunt doen.”

Dijkstra brengt het zelf in de praktijk door zich te richten op de psychische achtergronden van het stoppen met roken.

bron: RUG

Onderwerpen