Op 13 juni wordt het Concerthuis in Groningen officieel benoemd tot Nationaal Chemisch Erfgoed 2024. Het pand kent een rijke wetenschappelijke geschiedenis, waarin de baanbrekende chemicus Sibrand Stratingh een hoofdrol speelt. 

Sinds 2018 verleent de KNCV het predicaat Nationaal Chemisch Erfgoed aan bijzondere locaties met een belangrijke rol in de geschiedenis van de chemie. Eerdere ontvangers van deze eer zijn onder andere het Van ’t Hoff laboratorium in Amsterdam, het voormalig woonhuis van Boerhaave en Sylvius in Leiden en het Farmacologisch Laboratorium in Oss. Vanaf dit jaar behoort ook het Concerthuis in Groningen tot dit selecte gezelschap. 

1785_07146 Groninger Archieven Concerthuis ca. 1925

Het Concerthuis aan de Poelestraat in Groningen, ca. 1925

Beeld: Groninger Archieven

Waarom is deze plek zo bijzonder? ’Daarvoor moeten we een klein stapje terug in de tijd nemen, naar het begin van de negentiende eeuw’, vertelt Ulco Kooystra, chemicus, wetenschapshistoricus en medewerker van de Universiteitsbibliotheek Groningen. ‘In die tijd was de universiteit echt nog een onderwijsinstelling, onderzoek was geen taak van de hoogleraar. Wél waren er veel wetenschappers die – bijna als hobby – zelf thuis onderzoek deden. Om dat onderzoek te delen werden er hier en daar gezelschappen opgericht.’  

Serieuzer 

Een groep Groningse jongelui, waaronder de vijftienjarige Sibrand Stratingh, richtte het Natuur- en Scheikundig Genootschap (NSG) op. ‘Dat was in eerste instantie om informatie uit te wisselen die hen interesseerde, maar naargelang ze ouder werden en sommige van hen ook hoogleraar, werd het serieuzer’, aldus Kooystra. ‘Het genootschap deed proeven waar ze over hadden gelezen en probeerde dingen te verbeteren of zelf te bedenken.’ 

Stratingh S

Sibrand Stratingh

Beeld: Universiteitsmuseum Groningen

Aanvankelijk kwamen Stratingh en kornuiten samen in een gymnasium, maar omdat wetenschap en demonstraties ook in die tijd al redelijk populair waren, werd de beschikbare zaal al snel te klein. ‘In 1831 besloten ze daarom hun toevlucht te nemen tot Het Concerthuis, dat ze in 1840 zelfs opkochten om daar hun experimenten en resultaten te presenteren.’ Zodoende is Het Concerthuis, waar vooral Stratingh bijna al zijn prachtige en innovatieve ideeën als eerste liet zien, een plek van betekenis geworden voor de chemie en haar beoefenaars.  

Elektrisch karretje 

Tijdens de onthulling op 13 juni geeft Kooystra een lezing over de relatie tussen Stratingh en het NSG en hoe gevarieerd zijn onderzoek was. Maar er is bijna te veel om uit te kiezen. ‘Zo heeft hij de allereerste auto gemaakt én natuurlijk het eerste elektrisch aangedreven karretje. En Stratingh deelde zijn hygiënische toepassing van chloor bij epidemieën.’ Maar wat van directe invloed was op Het Concerthuis waren zijn proeven met gaslicht. ‘Dat was redelijk nieuw toen. Dus als gevolg van de proeven die Stratingh daar deed hebben ze de lezingenzaal ook voorzien van gaslicht.’ 

Stratingh was ook zeker maatschappelijk betrokken. ‘Ten tijde van het Napoleontische Continentaal Stelsel was handeldrijven met Engeland verboden’, legt Kooystra uit. ‘Dat zorgde ervoor dat producten als koffie en suiker schaarser werden. Stratingh zocht daarom manieren om zoete siropen uit onder andere vruchten te maken en die in te zetten als zoetstoffen.’ Ondanks dat het niet echt aansloeg, is het wel een interessant beeld van de Groningse wetenschapper: ‘iemand die een maatschappelijke behoefte ziet en daarvoor een oplossing wil vinden’, schrijft Kooystra in zijn Stratingh-biografie De Scheikunstenaar

Karretje Stratingh - Afb. 9.13

Elektrisch karretje van Stratingh

Beeld: Universiteitsmuseum Groningen

‘Wat mij opvalt is dat het beeld dat men van begin negentiende-eeuws Nederland heeft nogal negatief is’, zegt Kooystra. ‘Alsof er toen nauwelijks iets belangrijks is gebeurd. Maar Sibrand Stratingh laat zien dat dat niet waar is en ik ben ervan overtuigd dat er meer van dit soort interessante mensen rondliepen.’ Hij denkt daarbij aan mensen als A.H. van der Boon Mesch (1804-1874, Universiteit Leiden), M.N. Beets (1780-1869, Haarlem), Gerrit Moll (1785-1838, Universiteit Utrecht) en P.O.C. Vorsselman de Heer (1809-1841, Atheneum Deventer). ‘Maar dat is wellicht voer voor een andere lezing.’ 

Onthulling Nationaal Chemisch Erfgoed

Donderdag 13 juni 2024

Het Concerthuis, Poelestraat 30, Groningen

Programma en aanmelden: kncv.nl/nce 

NCE-24_def

Beeld: KNCV