Proeven met muizen lijken op bestaan van gedragsgeurstoffen te duiden

Wetenschappers hebben een groep receptoren geïsoleerd die in de neus van de muis voorkomen en reageren met tenminste één bekend muisferomoon. De zes genen coderend voor deze receptoren zijn ook in het menselijke genoom te vinden.

Bepaalde stoffen in muizenurine kunnen de sociale en seksuele gedragingen van de dieren veranderen. Deze feromonen werken via receptoren in de neus.

Linda Buck en Stephen Liberles, beiden werkzaam aan het Fred Hutchinson Cancer Research Center in Seattle, ontdekten een familie van 15 receptoren, die alleen actief zijn in de neus en gelijkenis vertonen met geurreceptoren. De ontdekte receptoren zijn door hen omgedoopt tot ‘Trace Amine-Associated Receptoren (TAAR)’. Buck had in 2004 de Nobelprijs gekregen voor de ontdekking van de genenfamilie coderend voor geurreceptoren.

De TAAR reageerden met drie chemische stoffen die te vinden zijn in muisurine en het gedrag van het dier beïnvloeden. Een van deze stoffen is aanwezig in urine van mannelijke muizen en versnelt het beginnen van de puberteit in de vrouwtjes.

De rol van feromonen in de mens is echter nog steeds een controversieel onderwerp. De complexiteit van menselijk gedrag maakt het namelijk moeilijk om de invloed van een hypothetisch feromoon te meten.

bron: news@nature.com

Onderwerpen