Je kunt als overheid ook teveel publiek-private samenwerkingsprojecten subsidiëren. Als er telkens dezelfde partijen in zitten komt er namelijk niks nieuws meer uit, stellen Utrechtse onderzoekers in het tijdschrift Research Policy.
Frank van Rijnsoever, Marko Hekkert en collega’s baseren hun conclusie op een onderzoek naar de ontwikkeling van biogasinstallaties. Omdat daar zowel technische als maatschappelijke innovatie aan te pas komt, is het bij uitstek een broedgebied voor multidisciplinaire samenwerking. De onderzoekers hebben een stuk of vierhonderd gesubsidieerde projecten uit de periode 2003-2014 kunnen traceren die iets met het onderwerp te maken hadden. Voldoende dus om er statistische analyses op los te laten die enigszins hout snijden.
Kort samengevat komt daar uit dat de kans op een bijdrage aan technologische diversiteit (zeg maar innovatie) kleiner wordt naarmate meer van die projecten met elkaar in verband staan vanwege gemeenschappelijke deelnemers. Die mensen dragen immers in elk project dezelfde oplossingen aan, namelijk degenen waar ze zelf het meeste verstand van hebben. “
Gezien het beperkte aantal universiteiten, kennisinstellingen en gespecialiseerde bedrijven in Nederland is het dus niet zo verbazend dat dit subsidiebeleid vooral heel veel dezelfde biogasinstallaties heeft opgeleverd. Ze zullen vast wel goed functioneren maar innovatief is anders.
“Je moet de subsidie wel slim inzetten. Dat kan bijvoorbeeld door alleen consortia te belonen die onafhankelijk van elkaar opereren”, stelt Van Rijnsoever voor.
Nog geen opmerkingen