Sinds begin april verkoopt Shell in Nederland op grote schaal synthetische dieselbrandstof. Voorlopig is 80 miljoen liter per jaar beschikbaar voor openbaar vervoer, afvalverwerkers en bedijven met wagenparken, liet het bedrijf zojuist weten.
De zogeheten GTL Fuel komt uit Qatar. Daar heeft Shell de afgelopen jaren een enorme ‘gas to liquids’-installatie gebouwd die lokaal gewonnen aardgas omzet in vloeibare brandstoffen. Dat gebeurt via het zogeheten Fischer-Tropschproces, dat al in 1925 is gepatenteerd maar nu pas echt een grote toekomst tegemoet lijkt te gaan.
Het zogeheten ‘Pearl’-project verkeert sinds vorig jaar in de opstartfase. Voorlopig is de capaciteit beperkt. Maar als Pearl op volle kracht draait, volgens de huidige planning eind dit jaar, komt die 80 miljoen liter (ongeveer eentiende van het totale Nederlandse dieselverbruik) er binnen drieënhalve dag uit.
Het voordeel van GTL Fuel is dat er nauwelijks zwavel in zit: die stof zit immers ook niet in het gebruikte aardgas. Ook vormt het Fischer-Tropsch nauwelijks aromatische verbindingen. Door het relatief hoge cetaangehalte verbrandt GTL Fuel bovendien schoner dan conventionele diesel.
Shell experimenteert overigens al langer met GTL-diesel. Sinds 1993 beschikt het concern over een redelijk grote fabriek in Maleisië. De daar geproduceerde GTL werd onder meer gebruikt om de speciale ‘V-Power’-diesel aan te lengen, die de afgelopen jaren op bescheiden schaal is verkocht.
Dankzij Pearl kan Shell voor het eerst voldoende GTL produceren om complete landen te laten overschakelen op dit product.
bron: Shell
In C2W 6 (verschijnt op 14 april) vindt u een uitgebreid artikel over de recente ontwikkelingen rond het Fischer-Tropschproces.
Nog geen opmerkingen