Afghanistan is schatrijk. De bodem bevat ijzer, koper, kobalt, goud, niobium en lithium ter waarde van bijna 1.000 miljard dollar, overeenkomend met 80 keer het huidige bruto binnenlands product. Dat heeft het dagblad New York Times vernomen van Amerikaanse ambtenaren die het weten kunnen.
“There is stunning potential here”, aldus de Amerikaanse opperbevelhebber ter plekke, generaal David Petraeus.
De ertsvoorraden zouden voldoende moeten zijn om de Afghaanse economie, die nu nog vooral drijft op illegale papavers, op termijn fundamenteel te veranderen. Het Pentagon spreekt nu al van het equivalent van Saoedi-Arabië op het gebied van lithium, het basismateriaal voor accu’s in de huidige draagbare elektronica.
De bodemschatten schijnen voor het eerst te zijn ontdekt in de jaren 80, toen de Sovjet-Unie het land bezet hield. Na het vertrek van de Russen verstopten Afghaanse geologen de gegevens. Pas na de val van het Taliban-regime en de komst van de Amerikanen kwamen de kaarten weer boven water.
Daarna werd het geologisch onderzoek op bescheiden schaal voortgezet, terwijl nog steeds bijna niemand er van wist. Pas in 2009 kreeg het Pentagon er lucht van en werd langzaam duidelijk hoe groot de ertsvoorraden werkelijk zijn.
President Karzai en zijn regering wisten ook van niks, maar zijn onlangs ook ingelicht.
Onder leiding van de Amerikanen is inmiddels een voorzichtig begin gemaakt met het plannen van mijnbouw. Probleem is wel dat de benodigde infrastructuur de meest wilde fantasieën van de Afghanen ver te boven gaat.
bron: New York Times
Nog geen opmerkingen