Bètatechnici scholen zich meer bij dan andere hoger opgeleiden

De loonontwikkeling van bètatechnici is goed en zij hebben goede doorgroeimogelijkheden. Lonen van afgestudeerde bètatechnici wijken weinig af van het gemiddelde loon. Hbo-technici verdienen zelfs gedurende hun loopbaan meer dan de gemiddelde hbo.er. Dit blijkt uit een loopbaanonderzoek van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA).

Tussen de verschillende bedrijfstakken waarin bètatechnici werkzaam zijn, blijkt wel een groot verschil in beloning te zijn. Een van de best betalende branches is bijvoorbeeld .Winning van delfstoffen., terwijl Onderwijs en onderzoek. minder goed betaald. Daar is dus nog een wereld te winnen.

Ook de carrièremogelijkheden van bètatechnici zijn goed, ook als die buiten de sector techniek gaan werken. Opvallend is dat vooral de perspectieven voor hbo-afgestudeerden erg gunstig zijn. Deze groep zit wat salaris betreft ruim boven het hbo-gemiddelde en kent goede doorstroommogelijkheden naar managementposities. Wo-afgestudeerden blijven nog iets achter.

Bètatechnici zijn tevreden over hun huidige functie: 22% van de hbo.ers en wo.ers in de sector techniek en 33% van de wo.ers in de sector natuur is zelfs zeer tevreden. De tevredenheid met de functie neemt toe gedurende de loopbaan.

Bètatechnici zijn voornamelijk intrinsiek gemotiveerd: zij vinden inhoudelijk interessant werk, nieuwe uitdagingen en de mogelijkheid om nieuwe dingen te leren het meest belangrijk in hun functie. Bètatechnici scholen zich dan ook meer bij dan hoger opgeleiden werkzaam in andere beroepen.

Over het onderzoek

ROA heeft dit loopbaanonderzoek onder bètatechnici eind 2006 uitgevoerd in opdracht van het Platform Bèta Techniek, Technisch Weekblad en het Koninklijk Instituut van Ingenieurs KIVI NIRIA. Het onderzoek viel uiteen in vier onderdelen: .beloning en arbeidsvoorwaarden., loopbaanontwikkeling., .baantevredenheid. en .training en competentieontwikkeling.. Voor het onderzoek zijn leden van KIVI NIRIA en abonnees van Technisch Weekblad en Maritiem Nederland benaderd. Van 4.396 afgestudeerde bètatechnici zijn gegevens beschikbaar voor het onderzoek.

Dit onderzoek zal om het jaar herhaald om de vinger aan de pols te houden van de positie van bètatechnici op de arbeidsmarkt.

Achtergrond

Nederland wil een toonaangevende kenniseconomie worden. Daarvoor heeft Nederland een impuls op het gebied van bètatechniek nodig. Op allerlei terreinen is er behoefte aan bètatechnici. Niet alleen uitmuntende academici die zorgen voor baanbrekend onderzoek, maar ook vakmensen die productieprocessen runnen. Bètatechniek is een krachtige katalysator voor groei en werkgelegenheid. Het is daarom onder andere van belang dat er inzicht is in de positie van bètatechnici op de arbeidsmarkt.

Kijk hier voor het complete rapport