Gezond oud(er) worden. Dat wil iedereen wel, maar welke factoren spelen dan allemaal een rol? UGent, UZGent, imec en de stad Gent slaan de handen ineen om dit de komende twintig jaar zeer uitgebreid te onderzoeken in een grootschalige nieuwe studie: de Gezondheidsmonitor®. ‘Ons ultieme doel is een vertaalslag te kunnen maken naar het Europese beleid.’

‘We weten uit eerder populatieonderzoek dat roken, overgewicht en hoge bloeddruk de kans op oudersdomsziekten, zoals hart- en vaatziekten, COPD en kanker, vergroot’, vertelt professor en apotheker-epidemioloog Lies Lahousse van de Universiteit Gent (UGent). ‘Dus als we die factoren zo veel mogelijk proberen in te perken, dan kunnen mensen langer kwaliteitsvolle jaren hebben. Bovendien drukt dat de kosten die gepaard gaan met de vergrijzende bevolking.’

‘Zo’n tien procent van onze genetische make-up is te linken aan het ontstaan van ouderdomsziekten’, zo geeft Marthe De Boevre, professor klinische mycotoxicologie aan de UGent aan. ‘De omgeving heeft dus een enorme impact. En dan vooral het samenspel tussen omgevingsfactoren en genetische factoren. Maar hier weten we nog veel te weinig over. Daar willen wij nu met de Gezondheidsmonitor® verandering in brengen.’

‘Hoe meer data, hoe beter de conclusies worden’

Lies Lahousse

Lahousse en De Boevre willen met de Gezondheidsmonitor® in twintig jaar tijd zo’n 20.000 Gentenaren van boven de 45 jaar elke vier jaar onderwerpen aan een biomedisch onderzoek en een uitgebreide vragenlijst. Het gaat om deelnemers uit de wijken: Zwijnaarde, Sint-Denijs-Westrem-Afsnee, Wondelgem, Sint Amandsberg en Gentbrugge. ‘Er zijn al eerder populatiestudies geweest die de impact van diverse factoren op de gezondheid van mensen nagingen’, stelt Lahousse. ‘Bijvoorbeeld LifeLines in Groningen en de Rotterdam Studie zijn van onschatbare waarde, ook voor ons. Met ons project willen we verder bouwen en inzichten toevoegen die essentieel zijn bij de integratie van data in de hedendaagse gezondheidszorg.’

Luchtkwaliteit

Zo is de Gezondheidsmonitor® volgens de onderzoekers vernieuwend door de samenwerking met ontwikkelaars van innovatieve gezondheidstechnologieën. De deelnemers ondergaan een uitgebreide set ­biomedische tests. ‘We willen zo veel mogelijk data genereren’, vertelt De Boevre. ‘Dat betekent het nemen van biologische samples, van huid, haar, speeksel, urine, bloed en fecaal materiaal, voor onder meer de analyse van DNA en biomerkers. Ook doen we onder andere een longfunctieonderzoek, meten we de wandelsnelheid en nemen we een hartfilmpje.’ Zo willen ze berekenen wat de kans is op het krijgen van een bepaalde ziekte en hoe een deelnemer in staat is bepaalde medicijnen af te breken.

‘We willen het verband leggen met luchtkwaliteit, hoeveelheid lawaai en lichtintensiteit’

Marthe De Boevre

En dan is er nog de omgevingsanalyse. Dit onderzoek maakt ook gebruik van ­wearables en sensoren die continu gegevens verzamelen over de gezondheid van de deelnemers en de omgevingsfactoren waaraan ze bloot staan. Voor dat laatste werkt het team samen met de stad Gent. De Boevre: ‘In elke deelnemende wijk willen we het verband leggen met de luchtkwaliteit, hoeveelheid lawaai en lichtintensiteit.’ Hier komt ook de grote rol van imec in deze studie naar voren. ‘Zij brengen expertise op het gebied van sensortechnologie, data-architectuur en AI. Dat laatste gebruiken we om daadwerkelijk conclusies te kunnen trekken uit de enorme hoeveelheid gegenereerde data. En daarnaast hoopt imec binnen het project nieuwe applicaties te kunnen ontwikkelen en bestaande meettechnieken te optimaliseren.’

Preventie

Ook onderscheidt de Gezondheidsmonitor® zich door de aandacht voor diversiteit. ‘Het is voor de generaliseerbaarheid van de resultaten belangrijk dat de deelnemers zo representatief mogelijk zijn voor onze huidige bevolking’, zegt Lahousse. ‘We werken dan ook keihard om ook mensen met een migratie- of een moeilijke sociaaleconomische achtergrond bij ons onderzoek te betrekken. Dit doen wij bijvoorbeeld door het organiseren van informatieavonden in verschillende talen en door onder meer moskeeën en buurtcentra te bezoeken.’

Afgelopen maart ging de Gezondheidsmonitor® officieel van start. Inmiddels zijn er al 5000 mensen deelnemers gevonden, waarvan bij een aanzienlijk deel al sample-­afname is gedaan. Lahousse: ‘Wij gaan wijk per wijk af en hopen tegen het einde van volgend jaar de eerste analyseresultaten te kunnen presenteren. En na ongeveer vijf jaar zouden we al de eerste conclusies kunnen trekken over de invloed van omgevingsfactoren op het ontstaan van bepaalde ziektes in de omgeving Gent.’

Hoewel de studie nu voor twintig jaar staat ingeroosterd, hopen Lahousse en De Boevre dat het onderzoek ook daarna nog wordt voortgezet. ‘Want we krijgen steeds meer nieuwe inzichten die we kunnen meenemen en hoe meer data, hoe beter de conclusies worden’, geeft Lahousse aan.

Met die conclusies hopen de onderzoekers daadwerkelijk een impact te kunnen maken. Je moet dan denken aan preventieve gezondheidszorg, zoals het vroegtijdig kunnen detecteren van de gezondheidsrisico’s die een bepaald persoon heeft. Loopt hij of zij meer kans op een bepaalde aandoening, dan kan een leefstijlwijziging of een behandeling die kans verkleinen, aldus Lahousse.

‘Het ultieme doel is dat we buiten de muren van Gent breken’, zegt De Boevre. ‘Dat we met onze resultaten een vertaalslag kunnen maken naar het beleid toe ten aanzien van preventieve gezondheidszorg. In Europa zie je dat ook steeds meer politici de preventiekaart trekken. Dat is een goede ontwikkeling en hard nodig voor een gezondere toekomst voor ons allen.’