De Roadmap Scheidingstechnologie is nog niet eens klaar, en nu al heeft hij de Nederlandse procestechnologie een belangrijke impuls gegeven. Want eindelijk hebben universiteiten, procesindustrie én overheid weer een onderwerp waar ze samen de schouders onder willen zetten.
De Roadmap Scheidingstechnologie is bijna klaar. Een jaar geleden (zie C2W 18-2003) begonnen ontwerpers, bouwers en gebruikers van scheidingsprocessen er aan te werken, op uitnodiging van het ministerie van Economische Zaken dat het vakgebied ziet als potentiële technologische speerpunt. De roadmap moet aangeven wat er tussen nu en 2019 nodig is om van Nederland een leidende scheidingseconomie te maken. En dat op alle niveaus: fundamenteel onderzoek, technologieontwikkeling, apparatenbouw én commitment (lees: bestellingen) van de eindgebruikers. Onlangs werd tijdens een bijeenkomst bij TNO in Apeldoorn een conceptversie gepresenteerd. Eind oktober wordt tijdens NPS4, het jaarlijkse procestechnologiesymposium in Veldhoven, de definitieve roadmap onthuld. Daarmee is het project verder gekomen dan velen durfden hopen. EZ is al minstens vijf jaar bezig met scheidingstechnologie, maar eerdere projecten liepen telkens stuk. En dat terwijl Nederland op dit gebied wel degelijk een hoop te exporteren heeft. Naar Saoedi-Arabië bijvoorbeeld; de overname van een groot stuk DSM door Sabic is mede ingegeven door de R&D die in het pakket zat. Of naar de VS. “Amerikanen zijn erg conservatief op scheidingsgebied”, vertelt een Nederlander die werkt voor een Amerikaanse multinational.” Het duurt tien, twintig jaar eer ze technologie overnemen. Maar ze komen er nu wel achter dat wij beter zijn dan zij, onder meer op het gebied van energie-efficiëntie.”
Waarom was er dan zo weinig behoefte aan de bemoeienis van EZ? Kennelijk hadden de beoogde partners op hun eentje ook wel voldoende te eten, en dan wint de neiging tot geheimzinnigdoenerij het al snel van de drang tot samenwerking. Maar anno 2004 is het beeld heel anders. Misschien komt het door de economische recessie. Misschien kloppen de geruchten dat de grote chemische bedrijven last beginnen te krijgen van het gebrek aan R&D-capaciteit, dat ze zelf hebben gecreëerd door hun bezuinigingsdrift. Dat de Onderzoekschool Procestechnologie (OSPT) met haar eigen speerpunten naast de aardgasbaten heeft gevist, zal ook wel meespelen. Feit is dat dit keer zo’n 150 mensen uit alle geledingen bereid waren om tijd uit te trekken voor de roadmap. En – minstens zo belangrijk – dat ze toestemming kregen van hun baas.
Tien, tien
De concept-roadmap ligt er nu. Sterker nog: er liggen er een stuk of tien. Het vakgebied blijkt te breed om er één richting aan te geven. In wezen komen alle scheidingsprocessen op hetzelfde neer. Fijnchemie en farma willen één molecuul uit een mengsel kunnen halen. De olie- en gassector wil dat in feite ook, daar mogen minder ppm’s verontreiniging in het product blijven zitten. Maar alleen al omdat de oliebranche een heel andere taal spreekt dan bijvoorbeeld de voedingsmiddelenindustrie, is het nodig gebleken de roadmap in zessen te splitsen. Olie en gas, bulkchemie, specialties (vraag uit de zaal: wat zijn nou dat eigenlijk precies?), farma, voedingsmiddelen en waterzuivering krijgen elk hun eigen kaart. Die van de bulkchemie is vervolgens weer opgesplitst in vijf aparte roadmaps, een voor elke belangrijke scheidingstechniek. Officieel heet het dat de werkgroep, die deze kaart moest samenstellen, niet op tijd klaar was. In de definitieve versie zouden de vijf maps alsnog in elkaar moeten worden geschoven. Maar het lijkt onwaarschijnlijk dat dit lukt, gezien het aantal deelonderwerpen dat bij elke techniek ter sprake komt.
Dat laatste lijkt trouwens het probleem te zijn met al deze concept-roadmaps. Procestechnologen houden er traditioneel voor elke toepassing een ander recept op na, uit fysisch/chemische overwegingen en misschien ook wel omdat ze het altijd al zo hebben gedaan. Tijdens de bijeenkomst in Apeldoorn was het goed te merken. De deelnemers kregen de opdracht nog eens goed naar de roadmaps te kijken en er ‘geeltjes’ met op- en aanmerkingen op te plakken. Het leidde tot een spervuur van opmerkingen: “Destillatie zit in het verdomhoekje, maar het moet weer mógen.” (...) “Dit moet een procesgedifferentieerde aanpak hebben.” (...) “Moeten we niet eerst definiëren wat state of the art is?” (...) “Crystal shape selective crystallizing, hebben jullie daar behoefte aan?” Het doet vermoeden dat de betrokken experts vooral veel van hun eigen stokpaardjes in de roadmaps hebben verwerkt. Vervolgens weten ze niet genoeg van elkaars specialismen om te kunnen beoordelen wat de stokpaardjes zijn. Met als gevolg dat ze moeite hebben om keuzes te maken, en dat je door al die technologische bomen het bos niet meer ziet.
Road movie
Zie daar maar eens een werkbare roadmap uit te destilleren. Maar is het wel zo’n ramp als het niet lukt? Om te beginnen is de behoefte aan een plan voor 2019 niet eens zo groot. Zeker niet bij de apparatenbouwers die een belangrijke schakel in de keten vormen. “Kom bij ons niet aan met twintig-jarenplannen”, moppert een medewerker van een filterproducent. “We zijn maar bij een heel kort deel van het traject betrokken: apparaten bouwen en ze leveren aan de klant. Trouwens, wat hier aan filters is besproken, dat hébben we allemaal al.” Bijkomende factor is dat er in Nederland niet eens zo veel apparatenbouwers zijn. Verreweg de meeste apparatuur is tegenwoordig import, en dus buiten bereik van de roadmap.
Of de eindgebruikers zich aan zo’n plan willen committeren, is ook nog maar de vraag. Ten eerste moeten ze maar afwachten of de markt in 2019 nog vraagt om de plannen uit 2004. Ten tweede kunnen ze zich nauwelijks radicale vernieuwingen veroorloven. Dat laatste geldt met name voor de bulkchemie met haar lage winstmarges. “Vroeger had een bedrijf als Shell nog wel eens iets als eerste ter wereld”, verzucht iemand. “Maar stel dat het niet werkt, en je kraker ligt een halfjaar stil.”
Het maakt niet uit. De exercitie heeft namelijk veel weg van een road movie. De reis is belangrijker dan de aankomst. Zelfs als de roadmap uiteindelijk onderin een bureaula verdwijnt, dan heeft hij wetenschappers, apparatenbouwers en eindgebruikers bij elkaar gebracht die anders nooit met elkaar zouden hebben gesproken. En die veel voor elkaar kunnen betekenen nu ze van elkaar weten wat ze elkaar te bieden hebben. Niet in 2019, maar nu.
Dat blijkt aan het eind van de middag, als de deelnemers concrete projecten moeten verzinnen voor de eerste vijf jaar. Het regent suggesties. Lopend onderzoek wordt spontaan gekoppeld aan concrete noden uit het bedrijfsleven. De eerste samenwerkingsafspraken worden meteen al gemaakt. Dat het vakgebied zo breed is, blijkt nu een voordeel: er zitten genoeg krenten in de pap om iedereen aan zijn trekken te laten komen, waarbij niemand echt iets anders hoeft te gaan doen dan hij tot nu toe al deed.
Sommigen hadden dat trouwens al aan zien komen. “Wij hebben al sinds een halfjaar een NWO/STW-programma scheidingstechnologie”, bekent Ivo Ridder van NWO. “Gekozen op basis van wetenschappelijk advies, onder meer van de OSPT. We wisten dat de roadmap eraan zat te komen, maar het duurde ons te lang. We gingen ervan uit dat onze keuze er wel in zou passen. En zo te zien doet-ie dat ook.”
De aanwezige ambtenaren tonen zich na afloop tevreden. EZ doet nog geen concrete financiële toezeggingen maar laat wel weten dat het voorstel voor een publiek-private samenwerking (PPS) op scheidingsgebied zal worden bekeken vanuit ‘een zeer positieve grondhouding’. Dat komt dus wel goed. Roadmap of geen roadmap.
Nog geen opmerkingen