IJzeroxide-nanodeeltjes met een suikerlaagje kunnen snel, eenvoudig en goedkoop aangeven of drinkwater choleratoxines bevat. Dat maakt het gemakkelijker om cholera-epidemieën in te dammen, zo suggereren J. Manuel Perez en collega’s (University of Central Florida) in het tijdschrift Bioconjugate Chemistry.

Het idee is dat de B-subunit van choleratoxine (afgekort CTB) het verschil niet ziet tussen de nanodeeltjes en een levende cel. Die laatste bindt CTB via een receptor genaamd ganglioside GM1, en die bevat eveneens suikers. Om precies te zijn een pentasaccharide dat voornamelijk uit glucose en galactose is opgebouwd.

Perez’ experimenten laten zien dat CTB inderdaad óók aan die suikers bindt wanneer ze op een ijzeroxidedeeltje zitten. Daardoor verandert de spin-spinrelaxatietijd van die deeltjes, wat je redelijk eenvoudig kunt meten. Als detectielimiet wordt 40 picomol genoemd.

Als suiker kun je galactose gebruiken maar ook dextran, een polysaccharide dat uit glucose is opgebouwd. Verrassend genoeg trapt CTB dáár ook in.

Van dextran wordt al langer vermoed dat je het ook als geneesmiddel tegen cholera kunt gebruiken. Perez’ proeven bevestigen dat de ‘losse’ suiker inderdaad aan CTB bindt en zo verhindert dat het toxine zich nog aan een cel kan hechten. Daarbij komt het goed uit dat dextran al heel lang wordt gebruikt voor (andere) medische doeleinden, zodat de officiële toelating geen probleem zou moeten zijn.

bron: University of Central Florida

Onderwerpen