Drinkwaterbedrijf Oasen is niet blij met weer een nieuwe microverontreiniging in zijn grondstof, het water van de Merwede. Wie betaalt de extra zuivering?
‘Vele malen minder GenX in de Beneden-Merwede’ wil drinkwaterbedrijf Oasen in Gouda. Dus veel minder dan de 2.700 kg per jaar die de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid onlangs voorstelde voor chemiebedrijf Chemours. Dat is meer dan een halvering van de oude norm (6.400 kg). Eind april publiceerde de dienst zijn definitieve besluit: het wordt 2.053 kg. ‘We beraden ons nu of we in hoger beroep gaan’, vertelt Joost van Luijt, woordvoerder van Oasen.
Voor Oasen is GenX (een grondstof voor teflon) ongrijpbaar. Bacteriën lusten de stof niet en het koolstoffilter houdt hem niet tegen. Bovendien is hij bestand tegen extra zuiveringstechnieken, zoals bestraling met uv-licht (fotolyse) of oxidatie met ozon of waterstofperoxide. De concentraties in de rivier komen een-op-een in het drinkwater terecht, aldus Oasen. Volgens het bedrijf komt op termijn de voorlopige norm van 150 ng per l in zicht. Benedenstrooms zijn al eens piekconcentraties gemeten van 228 ng.
En dat terwijl GenX juist een milieuprobleem zou moeten oplossen. Chemours switchte in 2013 naar de zogenoemde GenX-technologie voor teflonproductie. De gebruikte grondstof is FRD-903 (2,3,3,3-tetrafluor-2-heptafluorpropoxypropaanzuur) in plaats van het kankerverwekkende C8 (perfluoroctaanzuur). FRD-903 stapelt niet op in de mens en zou minder toxisch zijn. In de Merwede daalt de hoeveelheid C8 sinds 2013 gestaag, maar het perfluoranion van FRD-903 stijgt.
Monitoren
Drinkwaterbedrijven hebben vaker last van ‘nieuwe’ stoffen. Begin 2015 deed RIWA-Rijn aangifte na een fenol-lozing in de rivier. En in de zomer van dat jaar was er de langste innamestop ooit (138 dagen) langs de Maas en de Rijn vanwege pyrazool. Rianne de Voogt van Evides: ‘We hebben gelukkig grote spaarbekkens in de Brabantse Biesbosch, waardoor de levering niet in de problemen kwam.’
‘Er duiken telkens nieuwe stoffen op’
De bron voor de pyrazoolvervuiling in de Maas bleek een probleem bij de opstart van de acrylonitrilfabriek op Chemelot. De verhoogde waardes in de Rijn kwamen vooral van Chempark Dormagen bij Keulen. ‘Het is belangrijk om continu te monitoren’, vertelt Jojanneke van Mourik van PWN, dat water uit het IJsselmeer gebruikt. ‘De kwaliteit van het oppervlaktewater hangt niet alleen af van lozingen hier, maar van die ook in het buitenland. Bovendien duiken er telkens nieuwe stoffen op.’
PWN wil de kosten voor drinkwater graag zo laag mogelijk houden, daarvoor is schoon rivierwater van belang. ‘Wat er niet in zit, hoeven we er ook niet uit te halen. Maar we willen voorbereid zijn op risico’s, dus onderzoeken we zeker nieuwe zuiveringstechnieken.’
Enorme investering
Wil Oasen drinkwater maken zonder een spoortje GenX, dan is een nieuw membraanfiltratiesysteem op basis van reverse osmose nodig. ‘Een investering van tientallen miljoenen’, stelt het bedrijf in zijn zienswijze tegen de voorgestelde norm. ‘Terwijl Chemours de technische middelen al in huis heeft.’
Klopt dat? Jeroen Bruning, woordvoerder van Chemours: ‘Een koolstoffilter kan GenX wel wegvangen, maar je moet het na verzadiging verbranden, wat het milieu weer belast. We winnen dus eerst zo veel mogelijk terug, meer dan 90 %. Dat gaat via nanofiltratie en reverse osmose. Het restant zit in een grote gemengde reststroom die nog tweemaal door een koolfilter gaat. Voor verdere reductie is de uitdaging vooral de afvalstroom uit te splitsen.’
Als het nodig is, komt de extra zuivering er bij Oasen, benadrukt Van Luijt. ‘Maar het adagium zou toch moeten zijn: de vervuiler betaalt.’
Nog geen opmerkingen