Een 21-jarige Fransman met een ernstige vorm van bèta-thalassemie heeft dankzij gentherapie geen bloedtransfusies meer nodig, zo juichen zijn artsen in Nature. Onduidelijk blijft echter of dit succes gemakkelijk valt te reproduceren of dat het een kwestie is van pure mazzel. En of het wel zo’n mazzel is.

Bèta-thalassemie is een vrij vaak voorkomende erfelijke aandoening waarbij de genetische code voor de aanmaak van bèta-globine (een onderdeel van hemoglobine) niet deugt. Wie deze fout erft van allebei de ouders, kan meestal alleen overleven als zijn voorraad rode bloedlichaampjes maandelijks wordt aangevuld via een transfusie. Een complicatie daarbij is dat die transfusies op termijn leiden tot een chronische ijzervergiftiging die met injecties van chelerende medicijnen moet worden onderdrukt.

 

De in Nature beschreven therapie heet LentiGlobin, en is ontwikkeld door Bluebird Bio (voorheen Genetix Pharmaceuticals) uit Cambridge, Massachusetts. Het komt er op neer dat stamcellen worden gewonnen uit het beenmerg van de patiënt. Die worden verrijkt met een functionerende versie van het bètaglobinegen, en vervolgens in dezelfde patiënt teruggezet. In de tussentijd zijn diens resterende beenmergstamcellen zo veel mogelijk uitgeschakeld via chemotherapie, zodat de gemodificeerde cellen de kans krijgen om een overheersende rol te gaan spelen.

 

De Fransman, die sinds zijn derde jaar aan de bloedtransfusies was, heeft deze behandeling drie jaar geleden gekregen, dus toen hij 18 was. Gerapporteerd wordt nu dat hij de afgelopen 21 manden geen bloedtransfusie of ijzerchelatiemiddel meer nodig heeft gehad en dat hij gezond genoeg is om een fulltimebaan als kok in een restaurant in Parijs aan te kunnen. Hij lijdt alleen nog aan een lichte vorm van bloedarmoede.

 

Maar de onderzoekers tekenen er bij aan dat de genetisch gemodificeerde cellen ook een verhoogde expressie laten zien van een ander gen, genaamd HMGA2, dat eerder in verband is gebracht met kanker. Ze vermoeden dat bij de modificatie van één van de stamcellen per ongeluk dit gen is geraakt. Hoe het komt dat dat weeffoutje op een gegeven moment in de helft van de ‘nieuwe’ beenmergcellen terugkwam, is een raadsel.

 

Die overexpressie blijkt intussen te hebben geleid tot vergroting van de rode bloedcellen van de patiënt, en de onderzoekers sluiten niet uit dat dát de eigenlijke reden is dat de therapie zo verrassend goed is aangeslagen.

 

Maar ze sluiten óók niet uit dat het een voorbode is van leukemie.

 

bron: Bluebird Bio, Nature, BBC News

Onderwerpen