Het verschil tussen wietplanten en industriële hennep zit in slechts twee genen. Dat melden Canadese onderzoekers die het genoom van deze plantensoort voor het eerst in kaart hebben gebracht.

Voor zover ze weten is het de eerste keer dat een medicinale plant is gesequenst; tot nu toe is men vooral met voedingsgewassen bezig geweest.

Het ene gen codeert voor THCA synthase. Dit enzym zorgt voor de productie van tetrahydrocannabinolzuur. Decarboxylering hiervan levert THC op, de werkzame stof in cannabis. Het THCA-synthasegen is in alle vormen van hennep aanwezig, maar in industriële hennepplanten komt het nauwelijks tot expressie.

Het andere gen codeert voor CBDA synthase. Dit enzym zorgt voor de vorming van cannabidiolzuur (CBDA) waaruit weer cannabidiol (CBD) kan ontstaan. CBD lijkt qua moleculaire structuur heel sterk op THC maar high word je er niet van, al schijnt het wel een zekere antipsychotische werking te hebben.

In wilde hennepplanten concurreren beide genen met elkaar om dezelfde substraten, en kennelijk wint CBDA synthase het dan. De publicatie suggereert dan ook dat marijuanakwekers onbewust het CBDA-synthasegen zo veel mogelijk uit hun planten hebben weggekruist teneinde THCA-synthase de ruimte te geven.

Wat dan weer een interessante vervolgvraag oplevert: als het echt waar is (zoals Wikipedia beweert) dat CBD de werking van THC beïnvloedt, is nederwiet dan zo gevaarlijk vanwege een te hoog THC-gehalte of vanwege een tekort aan CBD? Of speelt het allebei een rol?

Het onderzoek verschijnt een dezer dagen op de website van Genome Biology.

bron: University of Saskatchewan

Onderwerpen