Wegbermen in de Amerikaanse staat North Dakota wemelen van de koolzaadplanten die herbicidetolerant zijn dankzij gemodificeerde genen. Dat melden onderzoekers van de University of Arkansas tijdens de postersessie van het jaarcongres van de Ecological Society of America in Pittsburgh.

Het is lang niet voor het eerst dat genetisch gemodificeerde gewassen zich blijken uit te zaaien buiten de daarvoor bestemde akkers. Maar het is waarschijnlijk wel de eerste keer dat wordt vastgesteld dat zulke planten zich duurzaam hebben gevestigd in de vrije natuur en eigenlijk rijp zijn voor opname in de wilde-plantengids.

 

Meredith Schafer en collega’s reden 5.400 kilometer openbare weg af. Elke 8 kilometer telden ze de koolzaadplanten (Brassica napus) in een strook wegberm van 1 bij 50 meter; het aantal bleek te variëren van 0 tot 175 per vierkante meter. Indien aanwezig, namen ze telkens één willekeurrige plant mee voor verder onderzoek.

 

Van de 406 op die manier verzamelde planten testten er 347 positief op het eiwit CP4 EPSPS, dat tolerantie oplevert tegen het herbicide glyfosaat (beter bekend als Roundup), of op het eiwit PAT dat glufosinaat neutraliseert. Koolzaad produceert die eiwitten alleen na genetische modificatie.

 

In twee planten kwamen zelfs allebei de eiwitten voor. Zulke dubbelgemodificeerde planten zijn niet in de handel, dus ze moeten wel door kruising in het wild zijn ontstaan.

 

bron: Ecological Society of America

Onderwerpen