Chinezen ontdekken dat ‘survival of the fittest’ ook opgaat voor insecten
Zeven jaar na de introductie van genetisch gemodificeerde katoenplanten spuiten Chinese boeren weer bijna net zo veel gif als vroeger. Dat heeft onderzoeker Shenghui Wang (Cornell University) gemeld tijdens het jaarcongres van de American Agricultural Economics Association in Long Beach.
De gemodificeerde ‘Bt-katoenplanten’ bevatten een gen uit de bacterie Bacillus thuringensis. Daardoor maken ze een toxine aan dat dodelijk isvoor de larven van de katoenkever. De eerste drie jaar waren de resultaten spectaculair: de gebruikte hoeveelheid landbouwgif daalde met zeventig procent.
De katoenkevers hebben nog steeds geen resistentie tegen het toxine ontwikkeld. Maar de natuur heeft het vacuüm, dat ze achterlieten, feilloos opgevuld. De keers zijn vervangen door wantsen, die ook gek zijn op katoenplanten. Vroeger hadden de boeren er geen last van omdat ze (de wantsen dus) net zo min tegen landbouwgif konden als de katoenkevers. Maar nu hebben de wantsen vrij spel: het gif is weg, de concurrerende kevers zijn weg en van het Bacillus-toxine hebben ze geen last.
Wang heeft de afgelopen jaren 481 Chinese katoentelers geïnterviewd. Uitkomst boeren die Bt-katoen gebruiken hebben een acht procent lager inkomen dan verbouwers van gewone katoen. De Bt-katoenzaadjes zijn immers duurder, en gif spuiten moeten ze toch.
In de VS is inmiddels ook een toename van het aantal wantsen geconstateerd. Maar daar heeft men de plaag redelijk in de hand, wellicht omdat men door beter onderzoek nauwkeuriger weet wat voor gif men moet spuiten.
Volgens Wangs begeleider Per Pinstrup-Andersen is het intussen niet verstandig om helemaal met gen-katoen te stoppen. Een beter idee lijkt te zijn om predatoren te introduceren die graag wantsen eten, of de katoenplanten nog eens extra te modificeren met een antiwantstoxine.
bronnen: NewScientist en news@nature
Nog geen opmerkingen