Een medicijnfabriek in China blijkt propyleenglycol en diethyleenglycol niet uit elkaar te kunnen houden.

Het schandaal kwam begin deze week voor het eerst in het nieuws. De slachtoffers waren in een universiteitskliniek in Guangzhou geïnjecteerd met Armillarisine A (3-acetyl-5-hydroxymethyl-7-hydroxycoumarine), een middel tegen maagwand- en galblaasontstekingen. Ze overleden aan acuut nierfalen.

De producent van het middel, Qiqihar No.2 Pharmaceutical Co Ltd in de provincie Heilongjiang, blijkt er diethyleenglycol in te hebben gedaan. Die stof kwam uit een vat waar ‘propyleenglycol’ op stond. De interne kwaliteitscontrole heeft de fout niet opgemerkt.

De fabriek had die glycol gekocht van ene Wang Guiping, een boer uit de provincie Jiangsu. Wang heeft ooit als verkoper gewerkt bij de chemische fabriek Taixing, een producent van verfstoffen. Kennelijk heeft hij daar een voorraadje etiketten meegepikt. Die plakte hij op een vat diethyleenglycol, afkomstig van een fabriek in Changzhou. Hij verkocht dat vat voor ruim 6.000 yuan (750 dollar) aan de inkoper van Qiqihar. Die dacht een koopje te hebben omdat geïmporteerde propyleenglycol 17.000 yuan per vat kost.

Inmiddels is duidelijk dat er duizend kilo foute glycol in dat vat zat, dat er 72.000 ampullen Armillarisine A mee zijn aangemaakt, en dat nog vier andere geneesmiddelen er mee zijn aangelengd: drie pijnstillers en een middel tegen aandoeningen van de bloedvaten. Volgens de provinciale autoriteiten zijn in totaal twaalf batches besmet. Onbekend is nog of er meer doden zijn gevallen.

Wang, de inkoper en zes andere managers van Qiqihar zitten inmiddels achter de tralies. Het bedrijf is gesloten.

bron: persbureau Xinhua, 15-19 mei 2006

Onderwerpen