Fijngemalen koeienbotten en vleesresten zijn te recyclen door ze toe te voegen aan hoogwaardig polyetheen. De kunststof gaat er qua eigenschappen niet overdreven veel door achteruit en ze wordt zelfs een beetje biologisch afbreekbaar, zo meldden Fehime Vatansever en collega’s (Clemson University, South Carolina) tijdens het 241e congres van de American Chemical Society in Anaheim, Californië.

Dat rundvleesafval bestaat voor de helft uit eiwitten, en vroeger werd het daarom op grote schaal aan nog levende soortgenoten gevoerd. Uit vrees voor verspreiding van BSE oftewel gekkekoeienziekte mag dat echter al jaren niet meer. Een deel wordt nu toegevoegd aan voer voor huisdieren, vissen en andere diersoorten die ongevoelig zijn voor BSE, maar er wordt ook veel gestort (in de VS) of verbrand (in Europa).

 

Eiwit is formeel ook een polymeer, net als polyetheen, en dat heeft Vatansever en collega’s kennelijk op een idee gebracht. Hun experimenten hebben uitgewezen dat je aan de hoogste kwaliteit polyetheen (UHMWPE, met extra lange ketens) enkele tientallen procenten gemalen slachtafval kunt toevoegen, en dat je dan een heel bruikbare kwaliteit kunststof overhoudt.

 

De masterscriptie van vakgroeplid Bernice Nzioki biedt wat meer details. In eerste instantie werd het gemalen afval zonder verdere voorbewerking door de kunststof gekneed. Maar ervolgens werd ontdekt dat je een kwalitatief beter product krijgt wanneer je het slachtafval van tevoren ontdoet van vetten. Nzioki vermoedt tevens dat het nuttig is om een ‘compatibilizer’ toe te voegen die de interactie tussen beide typen polymeerketens vergroot, maar dat heeft ze zelf niet meer uitgeprobeerd.

 

Er blijkt trouwens ook uit die scriptie dat je het pure slachtafval óók bij hoge temperatuur in een vorm kunt persen, en dat het dan voor sommige toepassingen best een bruikbaar alternatief voor kunststof zou kunnen zijn.

 

bron: ACS

Onderwerpen