IJzeroxide-nanodeeltjes met een zwitterioncoating kunnen gadolinium vervangen als contrastmiddel bij MRI-scans. Goed nieuws voor mensen die niet tegen gadolinium kunnen, claimen Moungi Bawendi en collega’s in PNAS.

Tot nu toe waren contrastmiddelen op basis van gadolinium de gouden standaard om organen te laten oplichten. Normaal gesproken worden ze via de nieren heel snel weer afgevoerd. Maar bekend is dat mensen met een slechte nierfunctie er nefrogene systemische fibrose aan kunnen overhouden, een ongeneeslijke huidziekte. En recent is de FDA een onderzoek gestart na berichten dat gadolinium zich in de hersenen kan ophopen - of dat kwaad kan weet nog niemand, maar als het wel zo is heeft de MRI-wereld echt een probleem.

Normaal gesproken maken ijzeroxidedeeltjes organen juist donkerder onder de MRI. Maar als je ze verkleint tot kwantumdotformaat (niet toevallig Bawendi’s eigenlijke specialisme) blijken ze net als gadolinium een lichteffect te geven. De zwitterionen, organische moleculen waarin de elektronen zo ongelijk verdeeld zijn dat het ene uiteinde zich gedraagt als kation en het andere als anion, dienen om de deeltjes biocompatibel en oplosbaar in water te maken.

De resulterende buitendiameter bedraagt 4,7 nm, net klein genoeg om vanzelf door de nieren heen te glippen zonder dat die actief hoeven mee te werken.

De zwitterion-coated exceedingly small superparamagnetic iron oxide nanoparticles (ZES-SPIONs) zijn al met succes uitgeprobeerd in knaagdieren. Om bij mensen te mogen beginnen zijn uitgebreidere toxiciteitstests nodig, maar het ijzeroxide zou wat dat betreft alvast geen probleem moeten zijn.

bron: MIT

Onderwerpen