Er komt voorlopig geen Europese regelgeving die het verkopen van ‘kloonvlees’ verbiedt. Ook voor toepassing van nanotechnologie in de voedingsmiddelenindustrie komen er voorlopig geen specifieke regels. Het Europese Parlement, de Europese Commissie en de raad van ministers komen er onderling niet uit, zo werd in de nacht van maandag op dinsdag duidelijk.
Het conflict komt er op neer dat het Parlement de consumptie van producten van gekloonde dieren én van hun nakomelingen wil verbieden. De belangrijkste drijfveer is bezorgdheid over het welzijn van de klonen, die door onvolkomenheden in het kloonproces vaak ziek of dood ter wereld komen.
Angst voor de volksgezondheid speelt een minder grote rol: alle onderzoek wijst tot nu toe immers uit dat het eten van kloonvlees absoluut geen kwaad kan.
De Commissie wil echter niet verder gaan dan een verbod op het opeten van de klonen zelf. Zelfs het voorstel om de nakomelingen van een label te voorzien zodat consumenten ze op eigen initiatief zouden kunnen vermijden, ging de Commissie te ver.
Volgens parlementslid Kartika Liotard (Verenigd Links) is dat symboolpolitiek omdat die klonen toch al nooit worden opgegeten, maar uitsluitend dienen om verder mee te fokken: “Een dier klonen kost wel honderdduizend euro. Daar gaat geen producent hamburgers van maken, dat doet hij van de nakomelingen.”
En omdat vanwege die klonen het hele pakket met nieuwe voedingsregelgeving terug naar af moet, komen de regels voor nanotech in voedsel er voorlopig óók niet.
Nog geen opmerkingen