Aan de concentratie van bepaalde bloedeiwitten kun je eenvoudig vaststellen of een zwangerschap buitenbaarmoederlijk is of niet. Zo’n testje kan een hoop levens gaan redden, voorspellen David Speicher en collega’s (Wistar Institute, Philadelphia) in het Journal of Proteome Research.

Bij zo’n buitenbaarmoederlijke zwangerschap ‘haalt’ het embryo de baarmoeder niet en nestelt zich in de eileider. Dat gaat een paar maanden goed, maar dan is het embryo zó groot dat het letterlijk uit die eileider barst. De plotselinge inwendige bloeding is vaak fataal voor de moeder.

Probleem is dat er voor die tijd soms helemaal geen waarneembare symptomen zijn. Zijn ze er wel, dan zijn ze zo vaag dat de helft van de keren de verkeerde diagnose wordt gesteld.

Naar eiwitmarkers in het bloed die een indicatie geven van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap wordt uiteraard al jaren gezocht, maar tot nu toe zonder veel succes. Er zitten simpelweg zó veel verschillende eiwitten in een bloedmonster dat het een beetje zoeken naar een speld in een hooiberg is.

Dankzij nieuwe, verfijnde technieken denkt Speicher er nu wél in te zijn geslaagd. Hij verzamelde bloedserummonsters van 9 vrouwen met een tijdig ontdekte buitenbaarmoederlijke zwangerschap, en nog eens 9 die normaal zwanger waren. Die monsters ontdeed zhij eerst van de 20 meest voorkomende eiwitten om wat minder ruis te krijgen; de kans dat dát de gezochte biomarkers zouden zijn, was sowieso vrijwel nihil.

Vervolgens scheidde hij de rest met LC-MS/MS, waarbij de vloeistofchromatograaf een Nano-Acquity UPLC van het fabrikaat Waters was en de MS een LTQ-Orbitrap XL van Thermo Scientific. Met het Elucidator-pakket van Rosetta Software vergeleek hij tenslotte de MS-spectra.

Op die manier kwame maar liefst 70 eiwitten bovendrijven waarvan de concentraties bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap minimaal een factor 2,5 van de normale waarde afweken. Bij eentje, genaamd Adam12, was de concentratie zelfs een factor 20 lager dan normaal.

De onderzoekers willen nu een klinische test doen met een veel groter aantal vrouwen, om te kijken of het dan nog steeds blijkt te werken.

bron: American Chemical Society

Onderwerpen