Er bestaat tóch iets dat sneller beweegt dan licht: licht dat achteruit gaat. Dat tonen onderzoekers aan de universiteit van Rochester in Science.

Lichtpulsen bestaan uit een soort piek met lange afgevlakte randen, waarvan de voorste alle informatie van de puls bevat. Al eerder bleek men in staat licht te kunnen versnellen of af te remmen, maar nu hebben onderzoekers aangetoond ook de richting van het licht om te kunnen keren.

De onderzoeksgroep van Robert Boyd zond hiertoe een laserpuls door een optische vezel met erbium. Zodra de puls de laser verliet, splitste hij in tweeën; één puls bewoog door de erbiumvezel en de andere liep er als referentiepuls naast. De piek van de lichtpuls bleek echter eerder uit het uiteinde van de vezel te komen dan de piek de voorkant van de vezel inging. Dit verschijnsel trad sowieso veel eerder op dan dat de lichtpiek van de referentiepuls het eind van de vezel bereikte.

Boyd veronderstelt dat de vezel de informatie uit de rand van de lichtpuls, die vóór de piek de vezel ingaat, gebruikt voor een reconstructie van de puls. Deze reconstructie zou dan terug de vezel in én uit worden gezonden.

Om te bepalen of de puls ook daadwerkelijk achteruit bewoog, maakte Boyd de vezel steeds korter en mat de pulspieken in elke sectie van de vezel. Door de data in te voeren in de computer en ze af te spelen in chronologische tijd was de onderzoeker in staat aan te tonen dat de puls achteruit bewoog.

Is dit alles niet in strijd met de theorie van Einstein dat niets sneller kan bewegen dan licht? Volgens Boyd niet: “Einstein heeft gezegd dat informatie niet sneller kan gaan dan licht, en in dit experiment is dat ook niet het geval.”

Boyd wil nu onderzoeken wat gebeurt bij een puls zonder afgevlakte randen. Volgens Einstein zou het hele waargenomen verschijnsel dan verdwijnen.

‘Boyd is putting it to the test.’

Bron: Persbericht University of Rochester, 11 mei 2006

Onderwerpen