HET Instrument beleeft dit jaar zijn 25ste editie en begroet de miljoenste bezoeker.
Het kán natuurlijk nog misgaan op het laatste moment. Het zou niet voor het eerst zijn dat precies tijdens HET Instrument de spoorwegen gaan staken. Er is ook al eens een beursstand uitgebrand, waarna alle andere exposanten in de desbetreffende Jaarbeurshal daags voor de opening hun producten moesten ontdoen van een dikke laag roet. Maar normaal gesproken moet Nederlands enige serieuze vakbeurs voor laboratoriumtechnologie en industriële automatisering wel een succes worden.
Er zijn immers een paar feestjes te vieren. Ten eerste is het de vijfentwintigste editie van HET Instrument (ook bekend als de HET-beurs, vooral bij buitenlanders die geen verstand hebben van Nederlandse lidwoorden). Ten tweede is opnieuw alle beschikbare ruimte verhuurd en waren er drie weken vóór de beurs al vijftienduizend vooraanmeldingen van bezoekers binnen. Ten derde heeft de federatie van brancheverenigingen FHI, die de beurs organiseert, berekend dat er sinds 1956 in totaal 988.000 bezoekers zijn geweest. Tenzij er iets heel geks gebeurt, is iemand dit jaar de miljoenste. Voor hem of haar heeft men een groots onthaal in petto, met een gouden appeltje (refererend aan de tonnetjes met gratis appels, die traditioneel op de beursvloer staan) en diverse andere geschenken. Als troostprijs krijgt elke 250ste bezoeker van de beurs een gratis radio met oortelefoon.
Investeren a.u.b.
En ten vierde lijkt de economie eindelijk weer een beetje aan te trekken. Dat was vooral hard nodig voor de branche Industriële Automatisering, die in twee jaar een kwart van zijn omzet heeft zien verdwijnen. Dat komt vooral doordat de Nederlandse petrochemische industrie, die traditioneel de belangrijkste afnemer was van meet- en regeltechniek, haar nieuwbouwactiviteiten op een laag pitje heeft gezet. “In de nabije toekomst kan er een bredere range ontstaan van kleinere en hoogwaardiger investeringen in industrie en wetenschap. Als we tegelijk een groter aandeel in engineering en implementatie bij projecten buiten Nederland nastreven, dan liggen er nog grote mogelijkheden”, zo liet het FHI-bestuur eerder dit jaar optimistisch weten. Ze zou graag zien dat de overheid, en in het bijzonder het Inno vatie plat form, het klimaat schept waarin die investeringen kunnen ontstaan. Maar voorlopig moeten de automatiseerders leven van de vervanging van bestaande apparatuur, en dat is in economisch slechte tijden bepaald geen vetpot.
Ook in de laboratoriumtechnologie is men blij dat de zaken beter gaan. Branchemanager Andreas Meijer heeft daar maar weinig bedrijven echt in de problemen zien komen, maar toch. “De echt grote investeringen bleven toch wel wat uit.” In concreto hebben de leden van ‘zijn’ brancheorganisatie in de eerste helft van dit jaar 3,4 procent meer orders binnengekregen dan in de tweede helft van 2003. De omzet steeg in diezelfde periode met 4,3 procent, terwijl in 2002 nog sprake was van een daling. Voor de tweede helft van 2004 verwacht de branche Laboratorium Technologie nogmaals een omzetgroei van 4,9 procent.
Volgens Meijer zit de groei overigens niet meer in de sector waar je die het meeste zou verwachten, namelijk in de life sciences. “De biotechnologie blijft nu min of meer stabiel. De groei is er een beetje uit. De omzetstijging zit nu vooral in de automatisering en de robotisering van laboratoria.”
Demo
Een nieuw onderdeel van de beurs is het LiveLAB. In totaal 31 exposanten richten samen een ‘modellaboratorium’ in. Met name managers die niet dagelijks in het lab staan, maar wel moeten beslissen over de aanschaf van nieuwe apparatuur, kunnen hier zien waar ze nu eigenlijk voor tekenen. Elke deelnemer zet in principe één ding neer, variërend van een GC of een titratiesysteem tot een luchtafzuiger of een wasmachine. Als rode draad is daarbij gekozen voor het lab van een kaasfabriek. Chemiestudenten van de Saxion Hogeschool uit Deventer leiden de bezoekers rond.
Op HET Instrument zijn in totaal twee van zulke gemeenschappelijke projecten te bewonderen. De andere heet LivePIL, voor Production Integration Line. Deze toont een aantal facetten van een fabriek van kaasblokjes en bioactieve componenten, inclusief een researchlab waar NIZO Food Research enkele innovatieve productieprocessen demonstreert.
Zulke gemeenschappelijke stands zijn op andere beurzen ook wel eens uitgeprobeerd. Daar kwam het er vaak op neer dat een paar deelnemers de kar trokken terwijl de rest zich beperkte tot het op lokatie dumpen van een pallet met spullen. Maar met ‘zijn’ mensen heeft Meijer gelukkig veel betere ervaringen.”Het enthousiasme in de groep is heel groot. Ze willen met z’n allen laten zien wat er kan. Iedereen committeert zich om dan en dan aanwezig te zijn, en dan zijn ze er ook.”
Hoeveel bezoekers er op af komen durft niemand te voorspellen. Ooit trok HET Instrument gemakkelijk meer dan dertigduizend mensen. Maar het aantal loopt al jaren terug, zij het lang niet zo snel als bij de meeste andere vakbeurzen. Voor dit jaar gaat de FHI uit van 20.000 à 25.000, met de stille hoop dat het er toch nog een paar duizend meer worden.
Nog geen opmerkingen