Elektroforesetechniek zuivert onmogelijke DNA-monsters op

Aan de University of British Columbia (Canada) is een elektroforesetechniek ontwikkeld waarmee je zelfs uit de teerzanden van Shell nog een bruikbaar DNA-monster kunt extraheren. Vooral overheidsdiensten zijn hevig geïnteresseerd.

De zogeheten SCODA-techniek (Synchronous Coefficient of Drag Alteration) berust op het feit dat lange, elektrisch geladen ketenmoleculen, zoals DNA en RNA, niet-lineair elektroforetisch gedrag blijken te vertonen. Hun mobiliteit blijkt afhankelijk van de totale elektrische veldsterkte die je aanlegt, en minder van de richting.

De Canadezen gebruiken dat effect om DNA te scheiden van andere moleculen die wél normaal op zo’n veld reageren. Ze injecteren een monster in een gel die ze in een ronddraaiend veld plaatsen. Als je dat veld op de juiste manier afstelt blijkt het DNA uiteindelijk te worden geconcentreerd op één punt in de gel, terwijl de verontreinigingen elders blijven hangen. Het blijkt zelfs mogelijk om te sorteren op lengte.

Uitvinder prof. André Marziali heeft een spin-off opgericht, genaamd Boreal Genomics, die de techniek moet gaan commercialiseren. Enkele prototypes zijn al uitgezet bij geïnteresseerde onderzoekers. Zo gebruikt McGill University er een om DNA te extraheren uit Noordpoolijs. En de U.S. Navy wil er stoffelijke resten mee gaan identificeren van militairen die bijna 60 jaar geleden zijn gesneuveld in Korea.

Volgens Marziali heeft Boreal inmiddels zó veel subsidie gekregen van overheidsinstanties dat hij voorlopig niet eens meer behoefte heeft aan investeerders.

bron: University of British Columbia, Business in Vancouver

Onderwerpen