Commissie-Terlouw gaat uit van goede trouw Nobelprijswinnaar
Het Debye Institute for NanoMaterials Science mag van de Universiteit Utrecht weer zo heten. Het college van bestuur volgt de aanbeveling van de commissie-Terlouw, die vindt “dat er onvoldoende reden is Debye zijn wetenschappelijke lauweren te ontnemen”.
De Universiteit Maastricht volgt de aanbeveling echter niet, en zal definitief geen Debye-prijzen meer uitreiken.
De Maastrichtenaar Peter Debye (Nobelprijs voor chemie 1936) kwam twee jaar geleden postuum in opspraak vanwege publicaties over zijn houding in de jaren vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Debye bekleedde toen een hoge wetenschappelijke positie in Duitsland en zou als zodanig hebben meegewerkt aan het wegwerken van Joodse collegawetenschappers.
De universiteiten van Utrecht en Maastricht besloten vrijwel meteen om zich van de naam Debye te distantiëren, tot groot ongenoegen van de leiding van het fysisch-chemische Debye-instituut die daarna bijna twee jaar lang heeft proberen te bewijzen dat Debye helemaal niet ‘fout’ is geweest.
Intussen boog het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) zich over de zaak. Eind vorig jaar verscheen het eindrapport. Daarin wordt min of meer geconcludeerd dat Debye wel behoorlijk opportunistisch bezig is geweest maar dat je niet van ‘goed’ of ‘fout’ kunt spreken.
De commissie-Terlouw concludeert nu in het rapport dat Debye inderdaad een brief heeft ondertekend die hij achteraf beter niet had kunnen ondertekenen, maar dat je zeventig jaar na dato niet meer kunt weten waarom hij die beslissing heeft genomen. “Wij menen dat, nu geen kwade trouw van Debye is bewezen, er moet worden uitgegaan van diens goede trouw”, zo luidt de conclusie.
Waarbij nog even fijntjes wordt gewezen op het feit dat de Nederlandse KNAW in de oorlog Albert Einstein heeft geschrapt als erelid, ook alleen vanwege diens Joodse afkomst.
De Universiteit Maastricht blijft er echter bij dat het opgeroepen beeld van Debye “niet verenigbaar is met de voorbeeldfunctie die gekoppeld is aan een prijs.” Men neemt het Debye vooral kwalijk dat hij zich na 1945 nooit heeft uitgelaten over zijn handelwijze in de nazitijd, en al helemaal niet heeft gezegd dat het hem speet.
bron: UU, UM
Nog geen opmerkingen