Is het echt zo gemakkelijk om ‘Nature’ of ‘Science’ te halen met een uit de duim gezogen publicatie? Helemaal waterdicht is het hooggeprezen ‘peer review’-systeem beslist niet, zo toont de affaire Hwang eens te meer aan. Vooral niet als redacties zich laten meeslepen door een wetenschappelijke hype.
Diep gevallen is Hwang Woo-suk zeker. Een paar maanden terug was hij in Zuid-Korea nog een nationale held. Nu wordt hij afgeschilderd als een omhooggevallen veearts die zijn wetenschappelijke successen bij elkaar verzon en ook nog eens zijn aio’s via morele chantage dwong eicellen af te staan.
Het ware verhaal zal wel wat genuanceerder zijn. Maar wat er ook gebeurd is in dat lab in Seoel, het roept de vraag op hoe eenvoudig de wetenschappelijke wereld zich laat belazeren. Toen Hwangs gewraakte stamcellenartikel in het meinummer van Science verscheen, twijfelde niemand aan de authenticiteit van zijn celkweekjes. En dat zou nu nog steeds bijna niemand doen, als Hwangs co-auteurs niet zelf uit de school hadden geklapt.
En het is niet de eerste keer. Afgelopen herfst werd immunoloog Luk Van Parijs ook al ontslagen door het MIT wegens geknoei. Het betrof minstens één artikel in een niet nader genoemd topblad, maar volgens sommige bronnen was hij eind jaren negentig al begonnen met frauderen. En een paar jaar geleden lukte het de fysicus Jan Hendrik Schön zelfs om een dozijn artikelen over Nature en Science te verdelen, voordat uitkwam dat hij beschikte over een heel grote duim. Zitten ze te slapen bij die bladen? Of is het echt zo moeilijk om wetenschappelijk bedrog te doorzien?
GEEN REDEN TOT TWIJFEL
De Nijmeegse organicus prof. Roeland Nolte werkt zelf als reviewer voor Science. Hij weet uit de eerste hand dat de schok bij de redactie hard is aangekomen. “Maar ik begrijp van de editor dat ze alles hebben gedaan wat ze konden. Je kijkt als redactie wat er wordt opgestuurd, of de casuïstiek van zo’n artikel klopt, of het logisch is binnen de theorie. Hwang claimde dat hij cellijnen had ontwikkeld. Als je het zo leest, dan klopt dat. En de verwachting was dat het ook moest kunnen. De experts hebben geen reden tot twijfel gezien.”
Prof. Antoon Moorman, die bij het AMC in Amsterdam de rol van stamcellen in de hartspier onderzoekt, denkt al evenmin dat de redactie veel te verwijten valt. “Ze doet haar uiterste best om te controleren of het klopt. Wat Hwang heeft gedaan is in theorie niet onmogelijk. Zo hebben we indertijd ook het schaap Dolly kunnen maken. Volgens mij heeft hij ook geen verdere proeven met die cellijnen beschreven, alleen laten zien dat ze levensvatbaar waren. Als hij het echt zo netjes heeft opgeschreven, dan had ik het ook niet gemerkt.”
KRITISCHE VRAGEN
Prof. Ben Feringa uit Groningen, die de afgelopen jaren regelmatig Nature en Science haalde met zijn moleculaire aandrijftechnieken, bevestigt dat het zelfs voor toponderzoekers echt niet eenvoudig is om alle horden te nemen. “Zeker in de nanotechnologie hebben wij te maken met uiterst strenge referees en procedures. De kans dat je er in komt is erg klein. Een groot deel van de publicaties valt er meteen bij de eerste screening al uit. En als je een goede reviewer hebt, krijg je kritische vragen. Experimentele gegevens moeten allemaal worden overlegd en worden zeer kritisch bekeken.”
En hoe het komt dat Hwangs bedrog ook daarna zo lang onopgemerkt bleef? Feringa vermoedt een verband met de restricties op stamcelonderzoek in onder meer de Verenigde Staten. “Dat maakt de verifieerbaarheid moeilijker.” Achteraf verbaast hij zich veel meer over de zaak Schön. “Er waren veel meer groepen actief op dat gebied. Toch heeft het een tijd geduurd voordat men erachter kwam.”
Zelfs als iemand heeft geprobeerd om Hwang na te doen en het lukte niet, dan kon dat altijd nog liggen aan de ‘gouden handjes’ van de Koreanen. “Van Dolly zeiden ze ook: dit kan niet. Maar dat hebben ze onafhankelijk laten controleren en het bleek wel degelijk te kloppen”, benadrukt Nolte.
CRITERIA
Aan de controle heeft het dus niet gelegen. Zit de fout dieper? “Sommige vakgebieden lijken gemakkelijker in Nature en Science te komen dan andere”, zegt Feringa voorzichtig. “Je ziet een redelijke focus op evolutie, biologie en astronomie.” Hij suggereert dat daarvoor toch wat minder stringente criteria worden gehanteerd dan voor zijn eigen vakgebied, de nanotechnologie.
Nolte heeft niet de indruk dat de controle op onderwerpen uit de life sciences laks is. “Bij de nanotechnologie zijn ze misschien erg kritisch geworden omdat er zo veel artikelen worden ingestuurd.” Maar Moorman bevestigt Feringa’s observatie. Hij denkt dat redacties zich wel degelijk laten meeslepen door de waan van de dag, en artikelen plaatsen die wel veel maatschappelijke impact hebben, maar verder eigenlijk de eer niet waard zijn. “Als stamcellen geen hype waren geweest, was Hwangs artikel dan gepubliceerd? Dan hadden ze misschien gezegd: de zoveelste cellijn, so what. Wat heb je verder met die cellen gedaan?”
Zelf staat Moorman nogal sceptisch tegenover de verwachtingen die worden gewekt door mensen als Hwang. Onlangs is het hem eindelijk gelukt om in Brussel 11,4 miljoen euro subsidie los te krijgen voor het internationale project HeartRepair, dat fundamentele kennis moet opleveren over de manier waarop hartspiercellen groeien en de eventuele rol van stamcellen daarbij. Maar intussen zijn er veel meer miljoenen gepompt in stamceltherapieën, die wellicht nergens op gebaseerd zijn. “Als we de helft van dat geld hadden besteed om de basisprincipes op te lossen, dan waren we nu misschien verder geweest.”
Alleen doen die therapieën het nu eenmaal goed bij het publiek. Moorman: “Als redactie kun je het je niet permitteren om nee te zeggen. Zeg je dat je er niet in gelooft, dan ben je een zuurpruim. Iedereen wil dat het kan. Er wordt zo veel onderzoek gedaan, daar moet een keer iets uitkomen.” En hij citeert een bekende Latijnse spreuk: “De wereld wil bedrogen worden.”
LABPOLITIE?
Is dit soort fraude in de toekomst te voorkomen? Feringa denkt dat het belangrijk is dat in onderzoekslabs een open atmosfeer heerst, waarin jonge onderzoekers worden aangespoord om kritisch te denken. Bij Hwang was dat overduidelijk niet het geval. Maar is er ook een controlemogelijkheid? Moeten tijdschriften voortaan een mannetje op hun auteurs afsturen om het lab persoonlijk te inspecteren? “Dat is niet te doen”, zegt Nolte. “De organisatie van Science heeft daarvoor de financiële middelen niet. En een tijdschrift is geen politieman.” Hij ziet ook geen brood in een nieuwe vorm van good laboratory practice, waarbij labjournaals op dusdanige wijze elektronisch worden opgeslagen dat er niet meer mee te knoeien valt. “Dat wordt echt te gek. Dan ga je er bij voorbaat van uit dat iemand fraudeert”, meent Nolte.
Wat dan? De onderzoekers weten het niet. “Je moet ervan uitgaan dat mensen de juiste gegevens aanleveren. Dat ze kloppen en reproduceerbaar zijn”, stelt Feringa. En Moorman besluit: “Als ik verklaar dat ik volgens de regelen der kunst heb gewerkt, dan moet je daar als tijdschrift ook vanuit kunnen gaan. Dat is de integriteit van de wetenschapper.”
Nog geen opmerkingen