Ichthyosaurussen in staat van ontbinding ontploften niet. Want anders zouden dode mensen dat ook moeten doen, claimen Zwitserse onderzoekers in het gewoonlijk uiterst serieuze tijdschrift Palaeobiodiversity and Palaeoenvironments.
Tot nu toe werd vrij algemeen aangenomen dat deze waterdinosauriërs juist wèl konden exploderen. Belangrijkste argument was de vondst van een 182 miljoen jaar oud fossiel in Duitsland: een zwangere vrouwtjes-ichthyosaurus waarvan het skelet vrijwel intact was terwijl de embryo’s er wijd verspreid omheen lagen. Dat kon alleen komen doordat het ontbindingsproces de gasdruk zò hoog had laten oplopen dat de ingewanden waren ontploft, dacht men. Inderdaad zou het overgrote deel van het skelet hierbij intact kunnen zijn gebleven, zij het misschien een beetje uitgebogen.
Een ander belangrijk argument was dat dode walvissen wel degelijk kunnen ontploffen als je ze iets te lang laat rotten. Met name gestrande potvissen zijn hier berucht om.
Christian Klug (Universität Zürich) beweert nu echter dat het een fabeltje is. Hij baseert die conclusie op proeven die hij een forensisch instituut in Frankfurt heeft laten doen aan menselijke lijken. Bij 100 daarvan werd een manometer naar binnen geduwd (nee, nee, via de navel) om de drukopbouw te meten. Resultaat: hooguit 0,035 bar overdruk. Zelfs in vacuüm is dat te weinig voor een ontploffing, laat staan in het 50 tot 150 m diepe water waarin die ichthyosaurus aan haar eind kwam.
Zo’n ichthyosaurus werd niet veel groter dan een mens, en de isolerende speklaag van een walvis hadden ze ook niet. Tenzij darmflora’s indertijd spectaculair anders waren, is het uiterst onwaarschijnlijk dat zich in zo’n saurus wèl voldoende gasdruk kon opbouwen voor een knal.
Klug denkt dat dode ichthyosaurussen gewoon rustig naar de bodem zonken en daar, net als de huidige vissen, met skelet en al werden opgevreten. Was het water ter plekke ondiep, dan gaf het gevormde gas ze voldoende drijfvermogen om weer boven te komen, waarna ze langzaam uit elkaar vielen en de botten zich wijd verspreidden. De paar exemplaren die je als compleet fossiel terugvindt, zijn gestorven in extreem zuurstofarm water waardoor er nog iets van de botten overbleef. Die embryo’s zijn er in de tussentijd gewoon door de stroming uit gespoeld.
Klinkt logisch - maar kan iemand deze auteurs even voordragen voor een Ig Nobelprijs?
bron: Universität Zürich
Nog geen opmerkingen