150 jaar na zijn uitsterven is de reuzenschildpad Chelonoidis elephantopus nog steeds seksueel actief. DNA-analyse van 2.000 andere schildpadden heeft de gluiperd verraden, zo valt te lezen in het tijdschrift Current Biology.

Die andere schildpadden behoren officieel tot de soort Chelonoidis becki. Hiervan leven er nog zo’n 7.000 op Isabela, een van de Galápagos-eilanden. En kennelijk zijn ze niet al te kieskeurig qua partner.

Eerder vonden onderzoekers van Yale University al 11 exemplaren van C.becki met een aantal genen die, afgaand op DNA dat ze terugvonden in musea, van C. elephantopus afkomstig moesten zijn. Vermoed werd toen dat dat het laatste genetische spoor van de uitgestorven schildpad was.

C. elephantopus hoorde thuis op Floreana, een ander eiland in de Galápagos-archipel. Charles Darwin heeft de soort in 1835 nog bestudeerd. De uiteenlopende schildvormen van de Galápagos-reuzenschildpadsoorten vormden mede de inspiratie voor zijn evolutietheorie. Helaas gebruikten walvisvaarders Floreana als basis, en kort daarna verdween de laatste C. elephantopus in de soep. Dacht men.

Maar recent zijn de Yale-onderzoekers nog eens teruggegaan naar de schildpadkolonie op Isabela. Dit keer ontdekten ze 84 hybride schildpadden. Dat wil zeggen échte hybriden: de samenstelling van hun DNA is alleen te verklaren als je aanneemt dat één van hun ouders een raszuivere C. elephantopus is geweest. Onderlinge verschillen tonen bovendien aan dat er minstens 38 van die raszuivere exemplaren bij betrokken moeten zijn geweest.

Hoe die op Isabela terecht zijn gekomen is niet duidelijk. De onderzoekers achten het onwaarschijnlijk dat ze uit zichzelf van Floreana zijn komen zwemmen. Wellicht zijn ze ooit overboord gezet door walvisvaarders die eventjes genoeg hadden van schildpadsoep.

30 van die hybride schildpadden waren minder dan 15 jaar oud. En aangezien reuzenschildpadden gemakkelijk 100 jaar oud kunnen worden, is de kans groot dat verschillende van die 38 raszuivere C. elephantopussen nog in leven zijn.

De kans is uiteraard een stuk kleiner dat je er voldoende kunt terugvinden én vangen om verder mee te fokken. Maar terugkruisen van de hybride schildpadden levert vermoedelijk ook wel iets op dat heel dicht bij C. elephantopus in de buurt komt, denken de onderzoekers

bron: BBC News, Current Biology,Yale

Onderwerpen