Zelfassemblerende eiwitten kunnen een betaalbaar SARS-CoV-2 vaccin vormen dat buiten de koelkast is te bewaren en mogelijk maar één keer hoeft te worden toegediend, meldt Stanford-biochemicus Peter Kim in ACS Central Science.
Als basis dient ferritine, een eiwit dat dient als ijzeropslag. Mensen maken het van nature aan maar Kim ontleende het aan de maagbacterie Helicobacter pylori. Deze variant assembleert zichzelf tot nanobolletjes, die 24 identieke ferritinemoleculen bevatten. De symmetrie dicteert dat op acht punten op het boloppervlak de uiteinden van drie van zulke moleculen naast elkaar komen te zitten.
Kim werkte al langer aan zulke ferritinebolletjes als stabiel platform om fragmenten van hiv- of influenzavirussen te presenteren aan het immuunsysteem, en naar eigen zeggen heeft het hem slechts vier weken gekost om een SARS-CoV-2-variant te maken. Het roemruchte spike-eiwit van dat virus bestaat uit drie identieke eiwitmoleculen. Koppel je één zo’n bouwsteen aan een ferritineketen, dan krijg je een fusie-eiwit dat samen met 23 soortgenoten een ferritinebolletje vormt waaruit op acht plekken een bundeltje van drie spike-bouwstenen steekt, klaar om zichzelf tot spike te assembleren.
De fusie-eiwitten zijn eenvoudig te kweken door de DNA-code in te bouwen in een zoogdiercellenkweekje. Eventueel kun je een deel van de code weglaten zodat de steel van de spikes korter wordt. Op papier vergemakkelijkt dat de zelfassemblage tot nanobolletjes maar in de praktijk maakt het weinig uit.
Injecteer je nanobolletjes met spikes in muizen, dan vertonen die daarna een veel sterkere immuunrespons dan wanneer je losse spikes toedient. Bolletjes met ingekorte spikes doen het in dit opzicht wél het beste. Eén enkele dosis lijkt al voldoende bescherming te bieden, al is het te vroeg om dat te garanderen. De houdbaarheid is nog niet echt onderzocht, maar ferritine is zeer stabiel en Kim vermoedt dat de nanobolletjes bij kamertemperatuur vrij lang goed blijven. Wellicht kun je ze zelfs vriesdrogen en distribueren in poedervorm.
In muizen werkt het al, maar aan klinische tests is hij helaas nog lang niet toe.
Nog geen opmerkingen